The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Lezingen van Swami Chidananda gehouden in de vijftiger jaren
in de Yoga Vedanta Forest Academy in Goeroedevs aashram
WENKEN VOOR PRAKTISCHE SAADHANAA
Het is voor mij een grote zegen dat ik gedurende deze zeer voorspoedige gelegenheid van de Saadhanaaweek de uitgelezen gelegenheid heb mijn verering te offeren aan Shrie Goeroedevs voeten met een klein beetje Shraddhaa Yagnya(het offer van geloof). Ik noem het zelfs geen Gnyaana Yagnya (offer van wijsheid), want ik heb niet de pretentie kennis te geven, het is slechts Shraddhaa Yagnya, met geloof in Goeroedevs woorden, geloof in de onsterfelijke goddelijke leringen die onophoudelijke voortvloeien uit zijn stralend leven. Met dat geloof dat me van binnenuit drijft, leg ik een beetje van datzelfde geloof aan jullie voeten als een offer tijdens de Saadhanaaweek en de vorm die het zal aannemen zal de bespreking met jullie allen zijn van enkele bijzonder interessante en belangrijke aspecten van het spirituele leven.
WAT IS SPIRITUEEL LEVEN?
Wat is Yoga Vedanta? Wat is het spirituele leven (divine living)? Yoga Vedanta is de inhoud van het spirituele leven. Het spirituele leven is een leven gebaseerd op Yoga en doordrongen van de geest van Vedanta. Het spirituele leven bestaat uit onzelfzuchtig dienen, saadhanaa (spirituele oefening) en Zelfverwerkelijking. Yoga en Vedanta vormen de structuur zelf van het spirituele leven of de stof waarvan het spirituele leven is gemaakt en hoe meer we er dus over weten hoe meer we worden herinnerd aan de belangrijke aspecten ervan, hoe beter we uitgerust zijn om een spiritueel leven te leiden. Het belang van het weten is gelegen in het feit dat je het moet beleven. Je hebt kennis nodig, zodat je met deze kennis in staat bent het doeltreffender te beleven. Dus ook kennis is noodzakelijk. In het beleven van het Yogaleven, een leven van praktische Vedanta, stuiten we op verscheidene hindernissen en moeten we heel vaak het hoofd bieden aan situaties die moeten worden aangepakt met gezond verstand. De bespreking van deze punten en het verwerven van kennis betreffende de geheimen ervan zullen de subtiliteiten van deze dingen duidelijk maken, zodat we kunnen omgaan met de situaties die opduiken in onze beleving van Yoga en Vedanta.
DE DHARMAKSHETRA
Welke dingen moeten we begrijpen? We moeten kort gezegd Yoga begrijpen. We moeten Vedanta begrijpen, want dit zijn de manieren waarop je een spiritueel leven moet leiden en het goddelijke benaderen en de zaligheid ervaren. Maar deze Yoga en Vedanta en dergelijke, waar zijn ze? Zijn ze in boeken of bevinden zich op speciale plaatsen, in de Himalayas of Oettarkashi of Mekka of ergens anders? En als ze daar zijn, zijn ze dan alleen daar? Zijn ze nergens anders of, wat belangrijk is, is het noodzakelijk ze ook ergens anders te vinden? Ze zijn in de boeken in één aspect en in een ander aspect zijn ze in plaatsen als Rishikesh, Mekka enz. Er schuilt betekenis in het bezoeken van dergelijke plaatsen, want de mensen die er hun devotie beoefenden, lieten er de stempel van hun leven achter in de atmosfeer zelf. De hele atmosfeer is doordrongen van de geest van Yoga en Vedanta en als je er dus verblijft wordt in jou een gelijkaardige stemming opgewekt. Maar je moet de belangrijkste van alle plaatsen kennen waar het spirituele leven en Yoga en Vedanta moeten worden beoefend. En die plaats heeft Krishna aangeduid. Waar is die plaats waar je je leven praktisch moet leiden? Het is Dharmakshetra (het veld van rechtvaardigheid; zie vers I 1 van de Bhagavad Gietaa). Dharmakshetra is de plaats waar alle Yoga en Vedanta wordt beoefend. Het spirituele leven moet worden geleid in de geest en in het hart. Yoga moet worden waargemaakt in het hart. Vedanta moet worden waargemaakt in het hart. Als ze hier niet zijn, zullen ze nergens te voorschijn komen. Alles komt voort uit onszelf. Yoga en Vedanta moeten uit het hart en de geest komen. Hoe moet je je Gnyaana, Bhakti Yoga, onzelfzuchtig dienen demonstreren? Je moet ze manifesteren door de gedachten die je denkt, door de woorden die je spreekt en door de daden die je stelt. Als Bhakti alleen in de Naarada Bhakti Soetras is, zal het je niet raken, maar als Bhakti tot jou komt is het door kiertanen je dienstbetoon. Bhakti manifesteert zich zodra het in het hart ontstaat. Alle Schriften van de wereld zijn nutteloos tenzij je ze in je hart bent beginnen scheppen. Saadhanaa, Vedanta, Yoga, dit alles moet hier (in het hart) worden beleefd. De belangrijkste plaats voor Yoga en Vedanta en het spirituele leven zijn in de mens en om die reden moet men zichzelf begrijpen. Men moet in de eerste plaats deze geheimzinnige Dharmakshetrabegrijpen waar al deze dingen moeten worden uitgewerkt. Slechts dan zul je in staat zijn het Yogapad te betreden op de juiste wijze. Waarom is dit zo belangrijk?
DE GEEST MAAKT HEMEL EN HEL
Wat je ook bent, je kunt niet weglopen van jezelf. Als je denkt dat het gezinsleven een grote hindernis is om een leven van nivritti (verzaking) te leiden, kun je je gezin afschudden. Je kunt weglopen van je thuis en stad. Als je denkt dat dingen die je bezit je in de weg staan dan kun je een avadhoet(naakte asceet) worden. Trek je broek en hemd uit en draag alleen een lendendoek. Als je denkt dat het gezelschap van mensen niet voordelig is dan kun je hun gezelschap schuwen.
In feite komen hier vele mensen tengevolge van het slechte gezelschap dat ze in steden aantreffen, maar ook hier beklagen ze zich over slecht gezelschap. Als je geen brood wilt bakken, hang je af van iemand die brood bakt. Je kunt alles ontvluchten, maar niet jezelf. Wat betekent dit? Je moet je tong en al je zintuigen met je meenemen en samen met je zintuigen moet je de gewoontes meenemen waarvan je zinnen de slaaf zijn. Als je een roker bent, zal zelfs in Oettarkashi de behoefte aan tabak zich laten gevoelen. Je neemt je lichaam en al zijn gewoontes en dwaasheden met je mee. Je neemt je geest mee met al zijn voorkeur en afkeer, zijn haat en egoïsme.
TWEE VIRAKTAS
Er is een mooi verhaal dat Goeroedev vertelde. Er waren eens twee avadhoets(naakte asceten). Het waren mahaaviraktas (grote verzakers). Ze droegen slechts een lendendoek. In de winter sliepen ze op stro. Het is moeilijk om in Oetaarkashi wat zonlicht te hebben en telkens de zon toch scheen, droegen ze hun strobed naar buiten, zodat het wat kon opwarmen. Het strobed van een van deavadhoets lag op zekere dag in de zon terwijl andere avadhoetjuist thuis kwam. Hij was zo verdiept in gedachten dat hij op het in de zon liggend strobed van de andere avadhoet trapte, die onmiddellijk gloeiend kwaad werd en begon te schelden. Welk kwaad kon het dat iemand per ongeluk op het stro trapte, maar het was nog altijd "mijn stro". Het bezitsgevoel was er nog. Ze begonnen elkaar uit te schelden. Dit is niet ontsproten aan de verbeelding. Het is iets wat echt is gebeurd in Oetarkaashi.
SCHEER DE VAASANAAS
Om die reden is het dat Swamiji zegt dat je de vaasanaas (subtiele begeerten) moet scheren, niet alleen het hoofd. De avadhoets hadden dat niet gedaan. Het bezitsgevoel was er nog. Dit gevoel zelf is de toverij van de geest. In het hindoeïsme zegt men: "Sarvam khalvidam Brahma. Alles is Brahman, het Absolute." Er is geen afzonderlijke duivel. In alle andere religies is er een God en een duivel. Er is Satan in het christendom. Er is Arhiman bij de Parsis. Maar in het hindoeïsme is alles het Absolute. Waar is dan de duivel? Hij is slechts in de geest. Of je nu in Oettarkaashi of in Bombay woont, altijd moet je je zinnen en je geest met je meenemen en zolang je niet weet hoe met hen om te gaan en hoe ze te beheren, zullen ze proberen jou te beheren en met je om te gaan op een ongedisciplineerde wijze en wat gebeurt er dan? Je onthechting en al dergelijke deugden zullen je verlaten. Tenzij men in zichzelf duikt en probeert het innerlijke mechanisme te begrijpen, kun je niet met succes saadhanaa beoefenen. De innerlijke machine volgt je waar je ook gaat. Je kunt ze niet achterlaten in Bombay en naar hier komen. Maar ze is ook een gave Gods, want zonder de geest kun je niet denken aan God.
Zonder de geest kun je je niet concentreren en mediteren, zonder de geest is er geen smarana(herinnering, overweging) en dhyaana (meditatie). Zonder de geest en emoties, gedachten en gevoelens kun je geen bhaava (stemming) en bhakti(devotie) hebben. De geest is dus het instrument. Hij is noodzakelijk en indien hij niet juist werd begrepen, wordt hij terzelfder tijd je ondergang. Hij is een noodzakelijk kwaad dat moet worden veranderd in een gave. Hoe kun je de ashoeddha manas (de onzuivere geest) ontdekken? Geef hem een bad, straf hem, verbeter hem, zuiver hem en maak er een shoeddha manas(zuiver geest) van, zodat hij je vriend wordt. Dit is evenzeer een onderdeel van Yoga als kiertan, japa en dergelijke. Elke zoeker moet zijn gezond verstand gebruiken en moet de zinnen en de geest onder zijn controle brengen. Je kunt een oproerig ding onder controle krijgen als je het begrijpt. Een koetsier kan geen paarden mennen als hij hun karakter niet kent. Dit is dus een belangrijk gedeelte van saadhanaa.
WAT IS DE GEEST?
De meeste mensen weten slechts dat de geest gedachten is. De geest is iets waarmee we denken. Het is evenwel niet zo eenvoudig als dat. Zelfs als je niet wil denken, zal de geest toch denken. Hij denkt aan voorwerpen. Het volgende viel voor op een hete en vochtige dag in een school. Een jongen begon zich te vervelen en plots floot hij hard en luid. Toen de leraar hem vroeg waarom hij dat deed, antwoordde hij: "Ik floot niet. Het floot uit zichzelf." Op dezelfde manier denkt de geest ieder ogenblik zijn eigen gedachten. En zolang de geest gedachten voortbrengt, kan hij zich niet concentreren. Je kunt hem dan niet kanaliseren en op de Ultieme Werkelijkheid richten. Maar hoe moet je dat doen? Waarom dwaalt de geest af? Dit alles moet een zoeker begrijpen. Een Karma Yogi moet het begrijpen, een Gnyaana Yogi moet het begrijpen, een Bhakti Yogi moet het begrijpen.
Je moet het begrijpen of je nu alleen bent of in gezelschap. Als je echter alleen bent, krijg je de gelegenheid hem volledig aan het werk te zien. Wat is dit geheimzinnige ding dat zo'n probleem vormt voor de saadhaka, zonder hetwelk hij geen saadhanaa kan doen, maar dat hem neerhaalt als het niet goed wordt beheerd? Hoe werkt de geest? Als we een goede basiskennis over zijn aard bezitten, kunnen wij een of andere methode hanteren om hem onder controle te krijgen.
DE WEGEN VAN DE GEEST
De geest werkt op verscheidene geheimzinnige manieren. We zullen enkele belangrijke aspecten van het denkproces ontleden. Wat is de geest van iemand op een gegeven ogenblik? Waarvan is hij gemaakt. Ik zal proberen dit te verklaren met enkele voorbeelden. Laten we eerst twee vergelijkingen bekijken. Neem een grammofoonplaat. Waaruit bestaat ze? Je ziet een schijf en je ziet dat er groeven in zijn, volle lijnen. Voor een onwetend iemand is er niet meer aan dan dat. Een intelligenter iemand zal zeggen dat de lijnen klanken zijn in een stille vorm. Iemand die nog beter op de hoogte is, zal zeggen dat iedere groef een specifieke klank heeft en de aard heeft van een effect en dat deze klank gelijk is aan de klank die de groef maakte en hij zal ook uitleggen onder welke bepaalde omstandigheden de klank zal worden gereproduceerd.
Een andere gelijkenis. Neem een eikel. Voor een kind is het een heel klein ding. Een poëet zal zeggen als hij de eikel vasthoudt dat er een eik in zijn hand ligt. De eikel wordt in de loop van vele jaren een reusachtige boom. Hij is een levend iets. Het is een dynamisch iets, dat de hele cyclus van zaad en boom in zich draagt. Op dezelfde manier bevat de geest zoals de grammofoonplaat en de eikel allerlei gegevens. Maar wat zijn die groeven in de geest? De geest is een product van ervaring. Maar op precies welke manier is hij een product van ervaring? We zullen één voorbeeld nemen, dat we kunnen vermenigvuldigen in het oneindige.
VERBORGEN VAASANAA
Vaasanaas zijn subtiele begeerten. Er is een ervaring. Die ervaring kan de vorm aannemen van een waarneming. We ruiken iets, we voelen iets, we proeven iets of we ervaren een combinatie van dat alles en onmiddellijk, zoals er een groef wordt gemaakt in een grammofoonplaat, wordt er een indruk gemaakt in de geest. Deze indruk wordt samskaara genoemd. Eensamskaara is een indruk in de geest van een zintuiglijke waarneming. Wat is de aard van een samskaara? Is het zoals een spoor op de grond of een groef in een grammofoonplaat? Neen. Hij is een dynamisch iets. En een aantal van zulke indrukken die groeven maken in de geest maken hem tot een vitale indruk. Hij wordt actief en begint een dynamische factor te worden, dat wil zeggen dat het een dynamische neiging wordt in iemands karakter. Wanneer dit stadium wordt bereikt en zo'n indruk telkens weer wordt herhaald, ontstaat er een vitale of levende kracht in iemands karakter, een karaktertrek. Deze wordt vaasanaagenoemd. Dit betekent dat de persoon dan altijd geneigd is in dezelfde richting te bewegen en dat hij altijd geneigd is zich te gedragen volgens deze aandrang.Samskaaras die worden herhaald worden dus vaasanaas. Deze vaasanaashouden de geest altijd in een staat van opwinding. Ze brengen de geest in beroering. Als deze innerlijke vaasanaas ontstaan worden ze vrittis (golven) genoemd.
VRITTIS
In de gewone geest zijn er dan ook zovele vrittis die opkomen en bezinken. Wanneer de vrittis opkomen in de geest, begin je met een reeks kalpanas. Je begint een kalpana of inbeelding op te bouwen. Indien de kalpanaer niet is, veroorzaken de vrittis geen moeilijkheden. Wanneer de vrittisworden ondersteund door een creatieve inbeelding of kalpana doet het de vrittide vorm van een begeerte of ichcchaa aannemen. En wat is de aard van een begeerte, die wordt gevormd door de kracht van inbeelding of kalpana? Ze is van dezelfde aard als de ervaring die de samskaara vormde, die de oorzaak was van het opkomen van de vritti. Zelfs in dit stadium van de begeerte, ichcchaa, is er geen groot nadeel. Maar wanneer door het spel van het ego het ik zich vereenzelvigt met de begeerte beginnen alle moeilijkheden. In plaats van willen, wordt het "ik wil". Je zit nu in de greep van de geest. Of je nu verblijft in een grot of in de stad, wanneer het ik en kalpanaworden verenigd, voel je: "Ik wil een praatje maken, ik wil een sigaret", enz. Wanneer de wil zich vereenzelvigt met het ego beginnen alle moeilijkheden.
Je mag meditatie aan het doen zijn, maar wanneer je een bepaald voorwerp wil, wordt de meditatie van bijkomstig belang. Je gaat dan voor het vervullen van de begeerte. Maar de geest heeft twee aspecten. Wanneer er een begeerte komt, denkt hij: "Moet ik deze begeerte bevredigen? Of moet ik doorgaan met mijn meditatie? Moet ik nu gaan eten en tijd verliezen?" Dit is vichaara, onderzoek. Als het de juiste richting uitgaat, neemt de zuivere geest, de shoeddha manas, de bovenhand. Hij zegt: "Neen." En hij zet de begeerte op kant en gaat door met de meditatie. Maar als het de andere richting uitgaat en de onzuivere geest, de ashoeddha manas, wordt gevolgd, dan neemt de begeerte de bovenhand. Ichcchaa, de wil, wordt dan een trishnaa, een sterke dwingende aandrang. En wat gebeurt er door dit verlangen? Je probeert onmiddellijk de begeerte te bevredigen en valt in Yoga.