The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


DE GEEST

De mantra
Een man had van een magiër een formule gekregen om een demon aan te roepen. De demon verscheen hem en vroeg wat er van hem werd verlangd. De man antwoordde dat hij wilde dat de demon hem diende. De demon zei dat hij daartoe bereid was, maar dat hij altijd moest worden beziggehouden of dat hij de man zou verslinden. De man dacht dat dit geen probleem was. Hij beval de demon een paleis te bouwen. In een oogwenk stond het er. Hij beval hem een tuin aan te leggen. Ook dat was zo klaar. Na korte tijd wist de man niets meer te bedenken. Denkend aan de bedreiging die de demon had uitgesproken, spoedde hij zich beangst naar de wijze van het dorp. Die zei hem een bamboestok in de grond te steken en hem goed in te smeren met olie. "Vraag de demon er op en af te klimmen", zei de wijze. De demon werd dit na een tijd kots beu en koos het hazenpad.

De demon is de menselijke geest. De met olie ingesmeerde bamboestok is de mantra of de mystieke meditatieformule. Het op- en afklimmen is japa of de herhaling van de mantra.

Mantra is een samenstelling van man en tra. Man is een werkwoordswortel en betekent: denken. Tra is afgeleid van de werkwoordswortel traa, redden en betekent: beschermer. Mantra betekent dus: beschermer van het denken.In hoofdstuk X 27 van de Bhagavad Gietaa zegt Krishna: "Onder offers ben Ik het offer van japa. Yagnyaanaam japayagnyo'smi."

We worden man genoemd, omdat we denkers zijn. Met dit "man" wordt hier mens bedoeld, dus ook de vrouw. Een vrouw is ook een man of een denker. Dat een vrouw ook een man is, zegt men in het Engels: a woman, een weeman, een man die weeën krijgt of die met andere woorden kinderen baart. De man verwekt ze, de vrouw baart ze, maar beiden hebben hun denken gemeen.