The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Swami Chidananda

Er was eens een soefiwijze die vaststond in deze staat van kosmische eenheid. Hij was een tuinman. Op zekere dag kreeg hij bezoek van een vriend. Hij liet zich meeslepen in het gesprek en het scherpe gereedschap waarmee hij aan het werk was, verwondde hem aan zijn been. Zijn vriend was ontsteld, want hij zag uit de wonde geen rood bloed vloeien, maar een dunne, bleke vloeistof. Het was plantensap. Deze soefimysticus was volmaakt in overeenstemming, volmaakt in harmonie met alle leven. Hij was één met de planten. Hij was binnengedrongen in hun bewustzijn zelf. Zijn leven en hun leven waren volstrekt één.

In een ander gedicht zegt de dichter:

Een aanraking door de natuur maakt familie van alle leven.

De dichter verwijst hier naar de oorspronkelijke natuur waarin alle levensvormen verbonden zijn met de Ene. Vedanta verkondigt de eenheid van alle dingen. De eerste shloka (vers) van de eerste Oepanishad zegt: "Alles wat bestaat wordt doordrongen door die ene grote Kosmische Werkelijkheid. Dat Wezen doordringt en verzadigt alle dingen in het heelal." Zelfs de moderne wetenschap bevestigt deze grote waarheid. Aan de basis van deze verscheidenheid is er iets dat gemeenschappelijk is voor alle leven. Als je het aanraakt, ervaar je kosmisch bewustzijn.

De Vedantische methode is deductief, de wetenschappelijke methode is inductief. Met andere woorden, de Vedantische methode begint met de Ene en gaat dan naar het vele, de wetenschappelijke methode begint met het vele en gaat dan naar het Ene. Het is alsof de moderne wetenschap, en meer bepaald de moderne fysica, een theorie voorstaat die bijna woordelijk het centrale standpunt van de oude Indiase Shaaktafilosofie bevestigt. De Shaaktaschool verdedigt het standpunt dat de universele energie of kosmische kracht de uiteindelijke factor van het bestaan is. Zegt de huidige wetenschap niet hetzelfde? Maar de wetenschap zegt niet of deze kracht bewust en intelligent is of niet. De Shaaktafilosofie daarentegen is heel duidelijk op dit punt. De Shaaktafilosofie verklaart dat deze energie of kracht in wezen zuiver Bewustzijn is. De moderne wetenschappers spreken zich niet uit over dit punt. Alles is de uitkomst van energie. Dat geven ze toe. Energie is bewust. Dit aanvaarden ze in het geheel niet. Want als deze kracht bewust is, zijn de gevolgtrekkingen duidelijk. Er moet een of andere uitgestrekte intelligentie zijn die de beweging van de kosmos leidt, een intelligentie die veel groter is dan die van de mens en die de intelligentie van de mens herleidt tot een nietige marionet, die wordt bewogen naargelang van de graad van die grote intelligentie. De idee zelf is zo onverdraaglijk voor de meeste wetenschappers, ze is zo weinig vleiend voor het ego dat ze weigeren haar te aanvaarden. Slechts enkelen, die nederig en pretentieloos genoeg zijn, kunnen de idee aanvaarden.

De Shaaktafilosofie verklaart nadrukkelijk dat de mens licht ontvangt uit een andere bron van intelligentie. Zonder dit licht zou het intellect inert zijn, want het is dat licht dat het intellect verlicht en in staat stelt te functioneren. De mens ontleent het aan zuiver Bewustzijn. Het is dan ook zuiver Bewustzijn dat aan de basis ligt van het intellect van de mens. Alleen zuiver Bewustzijn is werkelijk.

Het intellect is bewust in de waaktoestand en onbewust in de diepe droomloze slaap. Dit bewustzijn is niet ononderbroken. Bij het ontwaken 's morgens komt het op, maar het gaat onder, bij wijze van spreken, bij het inslapen. Het is dan ook tijdelijk en voorbijgaand, niet blijvend of werkelijk. Als het werkelijk zou zijn, zou het nooit worden onderbroken. Het bewustzijn van"ik ben" daarentegen, is altijd aanwezig, zelfs in de diepe slaap. "Ik sliep lekker", zeg je als je 's morgens ontwaakt. Dit bewustzijn is dus voortdurend. Je bevestig het bestaan van een "ik" op ieder ogenblik, in waken, dromen en slapen. Het ik-beginsel is de basis waarop de drie staten van bewustzijn rusten. Alle wezens hebben dit ik-beginsel gemeenschappelijk. Het is een geheimzinnige factor die alle leven verbindt tot één grote kosmische eenheid. Denk hierover na. Want uiteindelijk moet je alles erover te weten komen.

Ik vond nog een andere betekenis in haar korte preek. Weet je wat "je eigen" betekent in het Sanskrit? Het woord in het Sanskrit is Aatman. Aatman is je eigen Zelf. Bemoei je met je eigen zaken betekent dus eigenlijk bemoei je met je eigen Zelf. Welnu, dit Aatman-ding is het enige wat we niet doen.

We bemoeien ons liever met andermans zaken. Dat is de reden waarom we onszelf niet verwerkelijken. We zouden ons leven moeten vullen met een grote zorg voor dit Aatman, het overwegen, erover nadenken, erover mediteren, leven om er de volste ervaring van te bereiken, want dit Aatman is ons eigen Zelf.

Herinner je het verhaal van Simbad de zeeman. Simbad leed schipbreuk en hij spoelde aan op het strand van een eiland. Daar viel hij in slaap. Toen hij wakker werd, zag hij dat hij alleen was. Op zekere dag vond hij een oud man die op het strand lag. Zijn benen waren verschrompeld. De oude man smeekte Simbad hem overeind te zetten. Uit medelijden nam Simbad hem op zijn schouders. Maar terwijl hij dit deed, legde de oude man zijn benen rond de nek van Simbad en sloot ze. Van dan af was Simbad de slaaf van de oude man van de zee: "Breng me naar hier! Breng me naar daar! Geef me dit! Geef me dat!" Simbad was de wanhoop nabij. Dan kreeg hij een idee. Hij nam hem mee naar een wijnhandel. De oude man ging zich te buiten aan wijn en werd dronken. Hij liet zijn greep op Simbads nek los. Met een krachtige beweging schudde Simbad hem van zich af.

Zoals Simbad de slaaf was van de oude man van de zee zo zijn wij allen slaven. De oude man die ons berijdt is het ego. Het ego houdt ons stevig in zijn greep gedurende eeuwen. Het is een taaie klant. Onze gebondenheid is het gevolg van dit kleine "ik". We moeten het afschudden. Dit is de enige manier.

In de Kathopanishad is er sprake van een jongen Nachiketas genoemd die aan Yama, de grote Heer van de rechtvaardigheid, vraagt: "Waarom moeten de wezens op deze wereld zo hard lijden?" En Yama zei: "Je vraagt naar de kennis van het onsterfelijke Zelf. Vraag iets anders, O Nachiketas! Zelfs de goden smachten naar deze kennis." Maar Nachiketas was vastbesloten. Yama herkende de grote waarde van de discipel en wijdde hem in in de kennis van de onsterfelijkheid.

"Toen hij de wezens schiep, O Nachiketas, plaatste de Schepper een beetje rajas in hun geest. Het gevolg hiervan is de naar buiten gaande neiging van de geest. De geest verliest zich in de ontelbare voorwerpen van het heelal. Het natuurlijke gevolg van dit verlies is ontevredenheid en onvoldaanheid. Zolang de geest naar buiten gaat kent de mens geen vrede, geen rust, geen zaligheid. Zeldzaam waarlijk, O Nachiketas, is degene die de ware innerlijke staat van de geest ziet, zijn naar buiten gaande neiging stopzet, hem naar binnen trekt en hem op het Zelf richt. Hij is de echte held. Hij is degene die erin slaagt in rechtstreekse communie met het Aatman te treden. Daar vindt hij vrede, rust en zaligheid. Wees jij een vanbinnen-zoeker, O Nachiketas! Wees jij een naar-binnen-kijker! Trek je geest terug van voorbijgaande verschijnselen. Richt hem diep naar binnen. In het centrum van jezelf verblijft de eeuwigheid. Je moet het onderscheid leren maken. Je mag niet toelaten dat de zintuiglijke voorwerpen je geest naar buiten trekken, om je weg te lokken van het pad. Dit is moeilijk in het begin. Onnadenkende dwazen worden gemakkelijk misleid en begoocheld. Ze verlaten het pad van het goede en springen op het pad van het louter plezierige. Dit schijnt zeer aangenaam te zijn in het begin, maar achteraf is het zeer onprettig en heel pijnlijk. Het leidt bovendien niet tot je hoogste welzijn."

Concentreer je op deze Aatman-aangelegenheid. Dit Aatman is helemaal van jou. Ontwaak! Sta op! Loop niet als een slaapwandelaar, maar als iemand die klaar wakker is, als iemand die het onderscheid maakt. Degenen in wie het onderscheidingsvermogen niet actief is, slapen al zijn hun ogen wijd open.

In mijn schooltijd las ik een gedicht dat, denk ik, The Vision of Meza heette. Meza wordt door zijn leraar naar de top van een berg geleid en gevraagd naar beneden naar de vallei te kijken. Hij ziet de weelderig groene begroeiing en de schapen en geiten die grazen op de hellingen. Plots ziet hij een mist opkomen die opklimt vanuit de bodem van de vallei. De mist belemmert het uitzicht. Meza probeert door de mist heen te kijken als zijn leraar plots uitroept: "Kijk, kijk!" En hij ziet hangend in de lucht een kleine heldere vlek die schittert met licht. Er verschijnt een grote brug in met vele bogen, waarvan beide uiteinden verdwijnen in de mist. "Kijk opnieuw!" zegt de meester. En terwijl Meza opnieuw ingespannen tuurt, ziet hij dat de brug niet leeg is, maar dat er vele mensen op lopen. Sommigen dansen, sommigen wuiven en zingen. Sommigen lopen achter schitterende luchtbellen en vlinders aan. Sommigen klampen zich vast aan bezittingen. Sommigen rennen voorwaarts met grote spoed. Sommigen bewegen zich voort met grote omzichtigheid. Dan verdwijnen sommige mensen plots. Meza kijkt opnieuw. Slechts weinigen bereiken de overzijde: "O Meester," roept hij, "leg me dit alles uit!"

Wees dus waakzaam, Meza indachtig. Houd de blik altijd op het doel gericht en vermijd de valkuilen door onderscheidingsvermogen. Werp je niet roekeloos in het louter aangename. Beweeg in de richting van het goede ook al is dat moeilijk. En bemoei je dan met je eigen zaken! Bereik de Aatmische ervaring. En bereik het doel van het leven.

Je hebt deze ideeën gehoord. Denk er nu over na. Sta niet toe dat ze je geest verlaten. Probeer te zien op welke manier ze van betekenis zijn in je leven. Zijn ze betekenisvol? Als je hun betekenis inziet, zul je ze veranderen in parels van zuivere wijsheid. Geleidelijk zal je wijsheid groeien en samen ermee je bewustzijn van de waarheid die deze ideeën vertegenwoordigt. Geleidelijk zul je beginnen voelen dat alle leven één is.