The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage

Opgedragen aan Sadgoeroedev Swami Sivananda,
de inspiratiebron van Yoga Vedanta Aalst

1. Sakrit shravanamaatrena brahmagnyaanam yato bhavet,
brahmagnyaanaavaliemaalaa sarveshaam mokshasiddhaye.

Dit werk wordt Brahmagnyaanaavaliemaalaa (krans van kennisgeheimen; gnyaana: kennis van de Kenner) genoemd. Door het slechts eenmaal te horen, kan men de kennis van Brahman (het Absolute) bereiken.

2. Asango'ham asango'ham asango'ham poenah poenah,
sachchidaanandaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ongehecht ben Ik, ongehecht ben Ik, ongehecht ben Ik, eeuwig en altijd. Ik ben in wezen Bestaan-Bewustzijn-Zaligheid. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

3. Nityashoeddhavimoekto'ham niraakaaro'ham avyayah,
bhoemaanandasvaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben eeuwig. Ik ben zuiver. Ik ben altijd vrij. Ik ben vormloos, onveranderlijk. Ik ben in wezen oneindige zaligheid. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

4. Nityo'ham niravadyo'ham niraakaaro'ham achyoetah,
paramaanandaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben eeuwig. Ik ben vrij van smet. Ik ben vormloos. Ik ben onvernietigbaar. Ik ben in wezen de hoogste zaligheid. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

5. Shoeddhachaitanyaroepo'ham aatmaaraamo'ham eva cha,
akhandaanandaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben in wezen zuiver bewustzijn en Ik verheug me waarlijk in mijn eigen Zelf. Ik ben in wezen onverdeelde zaligheid. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

6. Pratyakchaitanyaroepo'ham shaanto'ham prakriteh parah,
shaashvataanandaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

In ben in wezen het innerlijke bewustzijn. Ik ben vrede. Ik ben voorbij de natuur. Ik ben in wezen eeuwige zaligheid. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

7. Tattvaatietah paraatmaaham madhyaatietah parah shivah,
maayaatietah paramjyotir ahamevaaham avyayah.

Ik ben voorbij alle elementen (tattvas). Ik ben het hoogste Zelf. Ik ben voorbij dat wat in het midden is. Ik ben de hoogste Voorspoedige (parah Shiva). Ik ben voorbij Maayaa (de illusie). Ik ben het hoogste Licht. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

8. Naanaaroepavyatieto'ham chidaakaaro'ham achyoetah,
soekharoepasvaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben voorbij alle vormen. Ik ben in wezen zuiver bewustzijn. Ik ben onvernietigbaar. Ik ben in wezen een belichaming van geluk. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

9. Maayaatatkaaryadehaadi mama naastyeva sarvadaa,
svaprakaashaikaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Er is voor Mij geen Illusie noch haar effecten, zoals het lichaam. Ik ben gelijkmatig en zelflichtend. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

10. Goenatrayavyatieto'ham brahmaadienaam cha saakshyaham,
anantaanandaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben voorbij de drie goenas (sattva, rajas en tamas). Ik ben de getuige, zelfs van Brahmaa (de schepper) en anderen. Ik ben in wezen oneindige zaligheid. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

11. Antaryaamisvaroepo'ham koetasthah sarvago'smyaham,
paramaatmasvaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben in wezen de innerlijke controller. Ik ben onveranderlijk en aldoordringend. Ik ben in wezen het hoogste Zelf. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

12. Nishkalo'ham nishkriyo'ham sarvaatmaa aadyah sanaatanah,
aparokshasvaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben zonder delen. Ik ben actieloos. Ik ben het Zelf van allen. Ik ben de oorspronkelijke. Ik ben de oude en eeuwige. Ik ben het rechtreeks waargenomen Zelf. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

13. Dvandvaadisaakshiroepo'ham achalo'ham sanaatanah,
sarvasaakshisvaroepo'ham ahamevaaham avyayah.

Ik ben de getuige van de paren van tegenstellingen. Ik ben onbeweeglijk. Ik ben eeuwig. Ik ben in wezen de getuige van alles. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

14. Pragnyaanaghana evaaham vignyaanaghana eva cha,
akartaaham abhoktaaham ahamevaaham avyayah.

Ik ben waarlijk een massa van kennis en bewustzijn. Ik ben noch doener noch genieter. Ik ben het Zelf, onvernietigbaar en onveranderlijk.

15. Niraadhaarasvaroepo'ham sarvaadhaaroham eva cha,
aaptakaamasvaroepo'ham ahamevaam avyayah.

Ik ben in wezen zonder steun en Ik ben de steun van allen. Ik heb geen begeerten die moeten worden vervuld. Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

16. Taapatrayavinirmoekto dehatrayavilakshanah,
avasthaatrayasaakshyasmi chaahamevaaham avyayah.

Ik ben vrij van de drie soorten aandoeningen (die van het lichaam, die veroorzaakt door andere wezens en die van kosmische oorsprong). Ik ben verschillend van de drie lichamen (het grove, het subtiele en het causale). Ik ben de getuige van de drie staten (waken, dromen, droomloos slapen) en Ik ben waarlijk Ik, onveranderlijk.

17. Drig drishyau dvau padaarthau stah parasparavilakshanau,
drig brahma drishyam maayeti sarvavedaantadindimah.

Er zijn twee vleugels die van elkaar verschillen. Het zijn de Ziener en het geziene. De Ziener is Brahman en het geziene is Maayaa (Illusie). Dit is wat de hele Vedanta verkondigt.

18. Aham saakshieti yo vidyaad vivichyaivam poenah poenah,
sa eva moektah so vidvaan iti vedaantadindimah.

Alleen wie na herhaalde meditatie verwerkelijkt "Ik ben de getuige" is verlost. Hij is de verlichte. Dit wordt verkondigd door de Vedanta.

19. Ghatakoedyaadikam sarvam mrittikaamaatram eva cha,
tadvad brahma jagat sarvam iti vedaantadindimah.

De pot, de muur enz. zijn alle niets anders dan klei. Zo is ook het gehele heelal niets anders dan Brahman. Dit wordt verkondigd door de Vedanta.

20. Brahma satyam jaganmithyaa jievo brahmaiva naaparah,
anena vedyam sachchhaastram iti vedaantadindimah.

Brahman (het Absolute) is werkelijk, het heelal is onwerkelijk. Het individuele Zelf en het Brahman zijn niet verschillend. Dit moet worden begrepen als de correcte Schrift. Dit wordt verkondigd door de Vedanta.

21. Antarjyotirbahirjyotih pratyakjyotih paraatparah,
jyotirjyotih svayamjyotih aatmajyotih shivo'smyaham.

Het innerlijke licht, het uiterlijke licht, het licht vanbinnen, hoger dan het hoogste, het licht van alle lichten, zelflichtend, het licht dat het Zelf is, die Voorspoedige (Shiva) ben Ik.