The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Lezingen van Swami Chidananda gehouden in de vijftiger jaren
in de Yoga Vedanta Forest Academy in Goeroedevs aashram
ECHTE YOGA
Yoga is niet slechts in nirvikalpa samaadhi, maar in ieder ogenblik.Als er een gedachte komt en je bent niet in staat ze uit te schakelen dan ben je mislukt in Yoga en heb je gefaald in het examen. In elke gedachte, in elke handeling moet je je meesterschap over de vrittis bevestigen. Dan is Yoga vervuld en is het spirituele leven vervuld. En hoeveel tijd is er nodig voor dit proces? Het is een ogenblik. In de fractie van een seconde flitsen in de bioscoop zovele beelden voorbij. Dat is ook het geval met de geest. Het hele proces vindt plaats in een fractie van een seconde, beginnend met samskaarasen eindigend met de cheshtaa (het vervullen van de begeerte). Ervaring maakt samskaaras, samskaaras veroorzaken vaasanaas, vaasanaasworden vrittis.
Inbeelding maakt van de vritti een begeerte. Het ego hecht zich aan de begeerte en wordt een aandrift, een trishnaa. Dan word je gedwongen cheshtaa (vervulling van de begeerte) te doen. Dit proces gaat maar altijd door in de geest.
DE GEEST, EEN EEUWIGE MACHINERIE
Wetenschapsmensen proberen een eeuwig bewegende machine, een machine die nooit stopt, maar die altijd in beweging is, te maken. E is zo'n machine en dat is de geest. We moeten de geest aanpakken. Alle samskaaras (onderbewuste indrukken) en vaasanaas (subtiele begeerten) die je vormde, zijn reeds aanwezig. Je kunt het niet helpen. Maar je kunt tenminste één ding doen. Je kunt de vorming van nieuwe samskaaras voorkomen. En laat de oude samskaaras ook niet sterker worden door nieuwe samskaaras. Hoe is dat mogelijk? Dagelijks doe je nieuwe ervaringen op, dagelijks ontvang je zovele nieuwe indrukken via de zintuigen. Hoe kunnen we dan beletten dat die ervaringen indrukken maken in de geest? Is daar een techniek voor? Hoe kwamen deze voorwerpen in de geest terecht en vormden ze samskaaras? Neem een bepaald voorwerp. Je neemt het waar met een van de zintuigen. Eerst is er contact tussen het zintuig en het voorwerp. En wat gebeurt er daarna? Tot zover werd slechts de buitenkant van de persoonlijkheid aangeraakt. Veronderstel dat je verdiept bent in een werk en dat je broer of zus binnenkomen en je aanraken, maar dat je er niet bewust van bent. Het voorwerp raakte het zintuig aan, maar het zintuig kon het voorwerp niet doorgeven aan de geest, omdat de geest er niet bij was.
Als het ik-gevoel er niet is, hebben de indrukken die als een routinekwestie worden ontvangen door de geest, geen invloed. Als het ego er dus niet is, gaat het voorwerp niet diep in de geest. Indien het ik verdiept is in een gedachte, heeft een door de zinnen aangebrachte indruk geen effect op de geest. Maar als het ik er is dringt het voorwerp door in je bewustzijn en als dit ik dan in een staat van onoplettendheid verkeert, als het niet waakzaam is, maar zich in een staat van aviveka (gebrek aan onderscheidingsvermogen) bevindt of een staat van wereldlijkheid of rajas (rusteloosheid) bevindt, neemt de geest gemakkelijk de waarnemingen op en wordt een begeerte naar die voorwerpen geschapen.
VERBRAND DE BEGEERTEN
Ben je niet waakzaam, niet vol van vairaagya (onthechting), zelfvergetelheid, dan wil je dat voorwerp hebben zodra het bewustzijn ervan geschapen wordt in de geest. Iemand ziet geld en wil het onmiddellijk hebben. Veronderstel dat het zover gekomen is dan kun je maar één ding doen. Steek de begeerte in brand en herleid ze tot as. Hoe? Er is slechts één vuur dat alle begeerten verbrandt. Nachiketas had dat vuur. Zovele aantrekkelijke en verleidelijke dingen werden hem aangeboden door Yama. Hij bood hem geld aan, schoonheid, kracht, macht, koninkrijken en heerschappij over alle werelden, alle vidyaas (wetenschappen). Hij gaf gloedvolle beschrijvingen van begeerlijke werelden, maar Nachiketas herleidde ze alle tot as, omdat hij dat ene vuur bezat dat moemoekshoetva, het verlangen naar verlichting, wordt genoemd. Dat verlangen is een laaiend vuur waarin alle begeerten worden geworpen en worden herleid tot as. Dit is het vuur dat alle saadhakas (zoekers), Yogis, Vedantis en al degenen die een spiritueel leven leiden moet kenmerken.