The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage

Uit licht van Sivanada : februari 2007, Vol. 484

Vanaf 1966 kregen wij het bezoek van verscheidene swamis (hindoe monniken). Het probleem was waar we hen moesten onderbrengen, ook omdat ze meestal niet alleen kwamen. Swami Satchidananda kwam zelfs eens met een groep van vierentwintig jonge mensen uit New York. We huurden een appartement in de Molenstraat, vlakbij het centrum van de stad. Het telde verscheidene kamers, maar ze waren alle te klein om er Yogales te geven, al had ik er ooit een groepje van allemaal vijfenzestigplussers en al hielden we er Yogaweekends met kleine groepjes. We hadden onze Yogalessen in de stadsschool De Kat, in een mooie ruime zaal. In de groep die Swami Satchidanandanaar Aalst begeleidde zaten enkele goede muzikanten. Ze deden op zekere avond kiertan, het meditatieve zingen, in de feestzaal van het stadhuis, vóór Swamiji's lezing. We deden in die tijd zelf al wat kiertan na de Yogales, zoals we dat aanvankelijk hadden geleerd van een lp die we hadden gevonden in de bibliotheek onder de rubriek etnische muziek en daarna van Swami Satchidanandazelf tijdens zijn allereerste bezoek in mei 1966. We kenden er dus al iets van. Ik vond het zonde dat het gehuurde appartement niet méér dienst deed. Zonde van het geld. En begon er dan ook elke zaterdag satsang te houden en later gaven we er ook de lessen in de pas gestichte Yoga Academie (de stichting op papier dateert van 1969; de eerste lessen vonden plaats in 1970). Onze wekelijkse satsangkan dus bogen op een lange traditie.

Satsang betekent samen zijn met gelijkgestemde zoekers. Sat is dat wat is, de Ultieme Werkelijkheid. Sang of sangais de gemeenschap. Geleidelijk verwierven wij er bedrevenheid in.

We beginnen met OM-zingen. De deelnemers mogen niet zitten rommelen in hun tas of bezig zijn met het uitschakelen van hun gsm of bezig zich te krabben, hun neus te snuiten of, erger nog, te kletsen enz. Ze moeten onbeweeglijk zitten, met de ogen gesloten. Er hier en nu helemaal bij. Na een uitademing ademt men in. De mond wordt geopend en men laat de o-klank opstijgen vanuit de basis van het lichaam. Hij verspreidt zich opwaarts en eindigt in de keel. Dan zoemt men een m. De trilling verspreidt zich door het hele hoofd en eindigt in de top van de schedel. Vandaar komt er een respons als een magnetische regen die je helemaal omvat en ontspant.

Meestal volgt dan een shloka (hymne of vers), die handelt over OM:

Omkaaram bindoesamyoektam
nityam dhyaayanti Yoginah
kaamadam mokshadam chaiva
Omkaaraaya namo namah

Het onderwerp van de zin is Yoginah (nominatief meervoud): de Yogis. Het werkwoord is dhyaayanti (tegenwoordige tijd, meervoud, van de werkwoordswortel -dhyaa): zij mediteren. De betekenis is dus: de Yogismediteren. Ze mediteren over Omkaaram, de letter OM. Dit woord staat in de accusatief en is dus het lijdend voorwerp. Al de woorden met dezelfde uitgang staan eveneens in de accusatief en zeggen dus iets meer over de letter OM.

Bindoesamyoektam: samen met het punt. In het Sanskritteken voor OM staat bovenaan een punt. Dit punt maakt de klank nasaal (door de neus uitgesproken) en het staat voor het zoemendgeluid van de letter m. Het halve maantje onder het punt wordt chandrabindoe genoemd en maakt de klank half nasaal. Nityam: eeuwig; de Werkelijkheid waar OM voor staat is eeuwig. Kaamadam: OM geeft wat men begeert. Mokshadam: OM geeft de verlossing. Chaiva: en (cha) voorwaar (eva); als een a gevolgd wordt door een e ontstaat er een ai; a en e zijn basisklinkers, e is een tweeklank of diftong. Omkaaraaya: dit is de datief van Omkaara en betekent voor of aan de letter OM.

Namo namah: de uitgang ah van de eerste namah is stemloos, de medeklinker na van de namah die volgt is stemhebbend; die stemhebbende na maakt destemloze ah tot een stemhebbende o; dit is een van de regels van de klankleer (sandhi). Namah betekent dat er voor die Werkelijkheid wordt gebogen; van de werkwoordswortel nam, buigen. Dat het woord wordt herhaald, betekent dat er telkens weer wordt gebogen.

Vertaling:

De Yogis mediteren over de eeuwige letter OM, die samen is met het punt, die geeft wat men begeert en die waarlijk ook de verlossing geeft. Voor die letter OM worde telkens weer gebogen.

In het begin van de satsang mediteren we dus over de Ultieme Werkelijkheid die onveranderlijk aanwezig is achter alles wat verandert en vergaat, die wordt gekenmerkt door Bestaan, Bewustzijn en Zaligheid, die buiten het bereik ligt van de zintuigen, de geest en de spraak, maar door wier kracht de zintuigen waarnemen, de mond spreekt en de geest denkt, die onder invloed van de illusie (Maayaa) door mensen wordt vertekend door het geloof dat alles een veelheid is, dat ze ergens ver weg is in een of andere hemel en dat alles in wezen lijden is. Als de illusie verdwijnt en de Werkelijkheid zich openbaart in haar ware aard ontdekt de Yogi dat alles een eenheid is, dat de Ultieme Werkelijkheid hier-nu is, dichterbij jou dan je eigen kransslagader, en dat alles in wezen zaligheid is.

Dat dit wordt ingezien is niet genoeg. De dwangmatigheid van de mens staat in de weg. Hij doet namelijk dingen ondanks zichzelf. Dit euvel kan niet worden weggeredeneerd. Er is oefening nodig. We reciteren dan enkele mantras, die stuk voor stuk op dit gebied een boodschap inhouden en een les leren.

De eerste is:

OM Shrie Ganeshaaya Namah

Shrie: bezitter van alle weelde. Als men het vóór iemands naam zet betekent het: meneer of mevrouw.

Ganeshaaya is de datief van Ganesha. Ganesha betekent: Heer (Iesha) van de cijfers.

Hij heeft als rijdier een rat. Hij heeft een dikke buik, een olifantenkop en vier armen. In de handen van die vier armen draagt hij de symbolen van de functies van God. Die vier functies zijn: schepping, instandhouding, vernietiging en verlossing, respectievelijk voorgesteld door een schrijfstift, zoete rijstballen, een haak waarmee olifanten worden gemend en een gordijnkoord. De olifantenkop verzinnebeeldt dat hij denkt, spreekt en handelt op dezelfde integere wijze: zijn hoofd, mond en slurf zijn mooi samen of zijn denken, spreken en handelen zijn in overeenstemming. Dat hij een dikke buik heeft betekentdat hij vele discipelen heeft: hij krijgt veel voedsel aangeboden en moet dus veel proeven.

OM Shrie Sharavanabhavaaya Namah

Sharavanabhava betekent: die werd geboren in een rietveld. Shiva opende ooit zijn derde oog. De vrijgekomen energie was zo intens dat een beroep moest worden gedaan op Agni, de god van het vuur, om ze op te vangen. Maar Agni slaagde daar niet in. Hij leidde de kracht af naar de Ganges, waar ze tot rust kwam in een zijarm of rietveld. Dit betekent dat hij een manifestatie is van Shiva's kracht. Hij wordt ook Kaarttikeya genoemd. In dat rietveld verbleven immers zes godinnen, die hem zoogden. Het rietveld is het lichaam. Dit is een manifestatie van Shiva's energie. De zes godinnen zijn de zes chakras of energiecentra of reflexcentra op de wervelkolom of de moelaadhaara, svaadhishthaana,manipoera, anaahata, vishoeddha en aagnyaa chakras. Sharavanabhava is de generaal van de goden. Zijn rijdier is een pauw. Hij heeft maar één wapen, namelijk de speer, maar het is een feilloos wapen. Het verzinnebeeldt gnyaana of de wijsheid (kennis van de Kenner), die hij in het hart van de onwetendheid stoot. Met zijn mantra aanroept men de kracht die nodig is om dat wat men weet om te zetten in de praktijk. Hij is de broer van Ganesha. Hij wordt ook Skanda genoemd. Dit betekent: de springer of de loper.

OM Shrie Sarasvatyai Namah

Sarasvatie betekent: zij die vloeit. Ze vloeit immers in de vorm van welsprekendheid en kennis en als de Sarasvatierivier, die samenstroomt met de Yamoenaa en de Ganges in Prayaag, het huidige Allahaabaad. De Sarasvatie stroomt echter ondergronds. Het was ooit een machtige rivier, die meer dan vierduizend jaar geleden verzandde. De Rig Veda spreekt met gloed over de Sarasvatie, maar nergens vond men een rivier die aan die beschrijving voldeed. In de woestijn van noordwest India vond men in het begin van vorige eeuw de grondvesten van vergane steden. De indoloog Max Müller bedacht de theorie dat die steden werden verwoest door van buiten India komende nomaden, die hij de Ariërs noemde. Ze verdreven de oorspronkelijke bewoners naar het zuiden. Deze theorieheeft nu nog altijd aanhangers. Ze zette veel kwaad bloed in India, want ze houdt in dat de Indiërs van het zuiden verdrukten zijn en die van het noorden verdrukkers. De Amerikaanse satellieten ontdekten echter de opgedroogde bedding van een rivier. Dit bleek de Sarasvatierivier te zijn. De steden waarvan de grondvesten werden blootgelegd waren vergaan door woestijnvorming. Ze waren de bakermat van de Vedische beschaving. Na de verzanding vond het tegenovergestelde van een invasie plaats: de bewoners van de getroffen gebieden weken uit naar andere delen van de wereld.

Sarasvatie is de godin van de spraak, de kennis en de muziek. Ze zit op een zwaan (hamsa). De zwaan verzinnebeeldt onderscheidingsvermogen (viveka: het vermogen om het onderscheid te maken tussen wat eeuwig is en wat vergankelijk is). De legende zegt dat als men een zwaan een mengsel van melk en water voorzet dat ze de melk opdrinkt en het water laat staan. In haar onderste rechterhand houdt Sarasvatie een boek vast. Zij is de godin van de kennis, maar ze leest toch nog af en toe een boek. Met twee handen bespeelt ze de vienaa (snaarinstrument). Dit betekent dat het intuïtieve een beter kennismiddel is dan het intellectuele. Met haar bovenste rechterhand houdt ze een maalaa (snoer) vast waarmee ze de Naam van de Ultieme Werkelijkheid herhaalt. In het lichaam is ze de soeshoemnaa naadie (het centrale energiekanaal in de wervelkolom, dat alleen in wijzen geopend en actief is).

OM Shrie Mahaalakshmyai Namah

Mahaa betekent groot. Lakshmie betekent: degene die voorspoedige tekens vertoont en die geluk brengt, degene die mooi is. Ze is de godin van de welstand. Ze is de gemalin van Vishnoe. Ze stelt ook Zelfkennis (aatmavidyaa) voor.

OM Shrie Doergaayai Namah

Doergaa betekent: zij die moeilijk te bereiken is. Ze is de gemalin van Shiva. Kennis van Shiva of Zelfkennis is moeilijk te bereiken. Vandaar de naam.

OM Shrie Sadgoeroebhyo Bhagavaan Shivaanandaaya Namah

De Sadgoeroe is de spirituele leraar. Sat betekent: het zijnde, dat wat is, afgeleid van de werkwoordswortel as, zijn. De stemhebbende g van goeroe maakt van de stemloze t een stemhebbende d, vandaar de klankwisseling: sadgoeroe. De datief van goeroe is goerave in het enkelvoud en goeroebhyah in het meervoud. Al aanroept men maar één goeroe toch wordt hier de meervoudsvorm gebruikt. Dit is het beleeftijdsmeervoud, dat een uitdrukking is van groot respect en genegenheid. De stemloze uitgang van Sadgoeroebhyah verandert in een stemhebbende o.

Bhagavaan is de nominatief van Bhagavat, de bezitter van alle bhagas of heerlijkheden. Met deze mantra aanroept men de spirituele leraar.

Daarna volgen enkele wonderbare spirituele mantras, die stuk voor stuk kunnen worden gebruik voor JapaYoga.

OM Namah Shivaaya

Dit is de pañchaakshara mantra, de uit vijf (pañcha) lettergrepen (akshara) bestaande mantra van Shiva, voorafgegaan door OM. Shiva betekent: de voorspoedige, de belichaming van voorspoed.

OM Namo Naaraayanaaya

Deze mantra van Naaraayana betekent dat men buigt voor de Werkelijkheid die haar verblijfplaats heeft in ieders hart.

OM Namo Bhagavate Vaasoedevaaya

Dit is de mantra van Shrie Krishna, die zijn onderricht geeft in de Bhagavad Gietaa, het Yogaboek bij uitstek. Bhagavate is de datief van Bhagavat.

OM Shrie Raama Jaya RaamaJaya Jaya Raama

Raama is afgeleid van de werkwoordswortel ran, verrukken. Het is de Werkelijkheid die zich uitdrukt in je hart in de vorm van genade of verrukking.Jaya: overwinnend, de overwinning bezittend. Goeroedev schreef verscheidene liederen op het ritme van deze mantra.

Papa Ramdas, een tijdgenoot van Goeroedev, bereikte de verlichting met deze mantra. Hij was een kleine zakenman, die het op zeker ogenblik niet meer zag zitten, zoals dat heet. Zijn vader, die een devoot hindoe was, zei dat dit het gevolg was van zijn goddeloze levenswijze. De soevereine methode, zei hij, was Raamnaam, herhaling van de Naam van de Ultieme Werkelijkheid. Ramdas voelde zo'n grote vrede door herhaling van de mantrawaarin zijn vader hem had ingewijd dat hij slapen en eten tot een minimum beperkte opdat het gevoel van vrede niet zou verdwijnen. Hij begon na een tijd te zwerven door heel India van de ene heilige plaats naar de andere. Hij beschreef zijn avonturen in verscheidene dagboeken, die werden uitgegeven onder de titel In the Visionof God. Een gedeelte ervan werd jaren geleden uitgeven door Kluwer onder de titel God ervaren. Nadat hij op bezoek was geweest bij Ramana Maharshi, de bekende gnyaani of wijze, die zijn aashramhad aan de voet van de berg Aroenaachala, trok hij zich terug in een grot voor diepe, ononderbroken meditatie. Hij bereikte er de verlichting. Toen hij uit de grot kwam, zei hij: "Alles is licht."

Hare Raama Hare Raama Raama RaamaHare Hare 
Hare Krishna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare

Dit is de Mahaamantra of grote mantra. Ook op het ritme van deze mantraschreef Goeroedev heel wat liederen.

OM Soham

Soham is een samenstelling van sahen aham. Sah betekent: hem; ahambetekent: ik. Beide staan in de nominatief (onderwerp van de zin) en zijn dus aan elkaar gelijk. Een werkwoord is niet nodig. De mantra moet dus worden vertaald als: Ik ben Hem.

OM Shivoham

Shivoham is een samenstelling van Shivah en ahamen betekent: Ik ben Shiva of Ik ben Voorspoed.

OM SatchidaanandaSvaroepoham

Deze mantra betekent: Ik ben (aham) in wezen (svaroepah) Satchidaananda of Bestaan (Sat), Bewustzijn (Chit), Zaligheid (Aananda).

Het bovenstaande is een voorbeeld van de wijze waarop een satsang kan worden geopend en ingeleid. Het spreekt vanzelf dat er talrijke andere mogelijkheden zijn. Maar ik houd me meestal aan deze methode om de eenvoudige reden dat de deelnemers het dan degelijk leren en na een tijd gemakkelijk kunnen meedoen. Wie het aandachtig bestudeert zal merken dat in de volgorde een eenvoudige logica zit.

Ook om te besluiten wordt een bepaalde methode gevolgd waarover meer bij een volgende gelegenheid. De uiteindelijk slotformule is:

OM Shrie Sadgoeroe Bhagavaan kie Jai

Dit betekent: de spirituele leraar zij de overwinning. Kie is een genitief of bezitsvorm. Bijvoorbeeld: Raam kie Jai, maar Raam kaaNaam. Respectievelijk: de overwinning van Raama en de naam van Raama. Jai is vrouwelijk, Naam is mannelijk. Dit is Hindi. Hindisprekenden spreken de uitgangs-aniet uit en zeggen jai in de plaats van jaya.