The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage

Uit licht van Sivanada : April 2007, Vol. 486

Belofte maakt schuld
Ik beloofde dit jaar artikels te publiceren over de grote feesten in India. Deze maand is Raamanavamie aan de beurt. Raamanavamie of de geboortedag van Shrie Raama valt op de negende dag van de heldere veertien dagen van de maand caitra (maart-april). Ik vertaalde een toespraak die Swami Krishnananda hield in Sivananda Aashram ter gelegenheid van Shrie Raamanavamie op 23 maart 1972.

Wanneer?
Een maanmaand wordt verdeeld in twee helften van veertien dagen, een heldere en een donkere helft. De negende dag van zo'n helft wordt Navamie genoemd. De naam Raama is afgeleid van de werkwoordswortel ran, verrukken. Het is de werkelijkheid die zich uitdrukt in je hart in de vorm van genade.

Het is voor velen ook de naam van de prins die werd geboren in Ayodhyaa als zoon van Dasharatha. Hij werd geboren in de zonnedynastie als zevende incarnatie (avataara) van Mahaavishnoe.

Dasharatha had drie vrouwen, Kausalyaa, de moeder van Raama, Kaikeyie en Soemitraa. Kaikeyie had één zoon, Bharata. Soemitraa had twee zonen, Lakshmana en Shatroeghna. Op zekere dag bewees Kaikeyie haar man een zo belangrijke dienst dat hij haar uit dankbaarheid twee gunsten toestond, maar ze weigerde die en zei: "Laten wij ze bewaren voor later." Raama was de troonopvolger van Dasharatha. Maar de dag vóór de aanstelling van Raama als kroonprins herinnerde Kaikeyie de koning aan de gunsten die hij haar lang geleden had toegestaan. Ze wilde dat ze nu werden ingewilligd, dat haar zoon, Bharata, werd geïnstalleerd als kroonprins en dat Raama gedurende veertien jaar zou worden verbannen. De koning viel in zwijm toen hij dit hoorde, maar Raama, die wilde dat het gegeven woord van zijn vader niet werd gebroken, ging vrijwillig in verbanning. Hij vertrok samen met zijn gemalin Sietaa, de dochter van Janaka, koning van Mithilaa, en zijn broer Lakshmana naar de jungle. Korte tijd nadien stierf koning Dasharatha van verdriet. Bharata en Shatroeghna reden Raama achterna om hem terug te halen, maar Raama weigerde. Bharata keerde terug naar Ayodhyaa, maar ging het paleis niet binnen. Hij bouwde een aashram en vereerde er Raama's sandalen. Hij regeerde het rijk in de naam van Raama. Raavana, de tiran die heerste over Shrie Lanka, schaakte Sietaa en werd door Raama gedood. Na zijn verbanning regeerde Raama het rijk. Onder zijn heerschappij kende het land een grote voorspoed.

Mahatma Gandhi stierf met de naam van Raama op zijn lippen. Toen de kogels van zijn moordenaar zijn borst binnendrongen, prevelde hij: "He Raam."

De struikrover Ratnakaar had zijn werkterrein in een woud op een bedevaartsroute. De bedevaarders moesten aan hem tol betalen. Op zekere dag probeerde hij wijzen (de saptarshis, zeven zieners) op bedevaart te beroven. Ze vroegen hem of zijn vrouw en kinderen zijn zonden zouden willen delen die hij op zich had geladen door reizigers te plunderen. Hij spoedde zich naar huis en vroeg het hen, maar ze waren niet bereid dat te doen. Hij viel aan de voeten van de wijzen en vroeg hen hem te verlossen. Ze wijdden hem in en gaven hem de mantra Raama. Hij ging zitten op de voorgeschreven manier en probeerde de mantra te herhalen. Maar dat lukte niet. Hij herhaalde integendeel: "Mara Mara…" Dit is de naam van de duivel in het Sanskrit. Als je evenwel lang genoeg Maraamaraamaraa… herhaalt, wordt dat Raama Raama Raama… Lange tijd nadien keerden de wijzen terug van hun bedevaart. Ze herinnerden zich de struikrover die ze tot hun discipel hadden gemaakt en besloten hem een bezoek te brengen. Ze hoorden op zeker ogenblik een wondermooie klank "Raama Raama…", die uit een termietennest kwam: Ratnakaar had zo lang gemediteerd dat de termieten een nest rond hem hadden gebouwd. Ze noemden hem dan ook Vaalmieki, omdat hij te voorschijn kwam uit een termietennest (valmieka). Ze gaven hem de opdracht het leven van Raama te beschrijven, het Raamaayana-epos, het eerste dichtwerk dat ooit werd geschreven (Aadikaavya). Vaalmieki wordt dan ook Aadikavi genoemd, de eerste dichter. Vaalmieki was een tijdgenoot van Shrie Raama. Hij ontdekte de shlokavorm, het metrum waarin ook de Bhagavad Gietaa is geschreven en dat ook anoeshtoep wordt genoemd.

Een jager doodde een vogel in de paartijd. Vaalmieki was daarover zo verbolgen dat hij de jager vervloekte. Daarna drong het tot hem door dat de vervloeking een vorm of metrum had die geschikt was voor het boek dat hij moest schrijven. Omdat het metrum was ingegeven door shoka of smart werd het shloka genoemd. Er was een beroemde keizer, Ashoka. De zorgenloze betekent dit.

Elke shloka bestaat uit vier versregels van acht lettergrepen. Lettergrepen kunnen licht of zwaar zijn. Lettergrepen zijn zwaar als ze een lange klinker bevatten of als ze worden gevolgd door meer dan één medeklinker. Ook de visarga (de h op het einde) is zwaar. De eerste vier lettergrepen en de laatste van elke versregel zijn vrij, dat wil zeggen dat ze zowel licht als zwaar kunnen zijn. In elke versregel is de vijfde lettergreep licht en de zesde lettergreep zwaar. In de eerste en de derde versregel is de zevende lettergreep zwaar en in de tweede en de vierde versregel is de zevende lettergreep licht. Een shloka ziet er dus zo uit:

vrij vrij vrij vrij licht zwaar zwaar vrij
vrij vrij vrij vrij licht zwaar licht vrij
vrij vrij vrij vrij licht zwaar zwaar vrij
vrij vrij vrij vrij licht zwaar licht vrij

Als de shloka niet aan deze voorwaarden voldoet, spreekt men over een corrupt vers. Ze komen voor, maar zijn zeldzaam.

De vervloeking luidde als volgt:

Maa nishaada pratishthaam tvam,
agamah shaashvatieh samaah,
Yat krauñchamithoenaadekam,
avadhieh kaamamohitam.

O jager, ge hebt een vogel in de paringstijd gedood, lange tijd zult ge vergeefs zoeken naar rust."

Vaalmieki keerde terug naar zijn aashram. Hij herhaalde de shloka telkens weer. Zijn vreugde over de vondst kende geen grenzen, want hij wist nu in welke vorm het leven van Shrie Raama moest worden beschreven

Een anekdote
Op hun tocht door het bos moesten Raama en zijn vrouw Sietaa en zijn broer Lakshmana een rivier oversteken. Aan de overkant gekomen zei Raama tegen zijn vrouw Sietaa: "Betaal de goede man." Maar de veerman weigerde. Hij zei: "Heer, ge kent toch het gebruik dat mensen die hetzelfde beroep uitoefenen van elkaar geen betaling eisen." Als een dokter bij een dokter gaat is dat gratis. Als een advocaat een advocaat nodig heeft, treedt die gratis op enz. Raama antwoordde bevestigend, maar vroeg naar het verband met de situatie. De veerman antwoordde: "Heer, gij zet mensen over de rivier van het leven. Ik help mensen deze rivier over te steken, dus zijn we beiden veermannen en kan ik van u geen geld ontvangen, maar als mijn tijd gekomen is om naar de overzijde te gaan, denk dan aan mij."