The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
HET VARKEN DAT INDRA WAS
Narayana
Indra, de leider van de goden (hij verzinnebeeldt de geest), werd met een missie naar de aarde gestuurd. De demonen kwamen dit te weten en ze stuurden hun spionnen achter hem aan. Goden en demonen kunnen veranderen van vorm of gedaante. Op zekere dag werd Indra in het nauw gedreven door de demonen. Hij bevond zich op dat ogenblik op het erf van een boerderij. Hij vluchtte het varkenshok in en nam de gedaante van een varken aan. Hij ontsnapte op die manier aan de spionnen, maar in die toestand overkwam hem iets engs: hij werd verliefd op de zeug die daar liep.
Hij maakte haar het hof, won haar hart en had met haar vele biggen. Zij waren heel gelukkig. De goden in hun hemel vroegen zich ongerust af waar de grote Indra bleef.
Ze stuurden iemand, die hem na vele omzwervingen kon opsporen. Hij redeneerde met het varken: "Deze staat is schandelijk, hoe kun je jezelf zo verlagen? Je bent geen varken, je bent Indra." Urenlang praatte hij op die manier op hem in. Maar tevergeefs. Ten einde raad keerde hij terug en legde het probleem voor aan de raad der goden. Na lang beraadslagen besloten ze de grote middelen te gebruiken:
Ze stuurden de varkenspest. Eerst bezweek de zeug aan de vreselijke ziekte, maar nog kwam Indra niet tot zijn zinnen. Daarna stierven een na een de biggen. Stel je het lijden van het arme varken voor; het was niet te beschrijven. Maar het was in het diepste dal van zijn smart dat het zich herinnerde: "Ik ben geen varken. Ik ben Indra." En blij gezind keerde hij terug naar zijn hemel.