The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Portret van een yogi
Narayan
Deel 01 Deel 02 Deel 03 Deel 04 Deel 05 Deel 06 Deel 07 Deel 08 Deel 09
Deel 10 Deel 11 Deel 12 Deel 13 Brief 1 Brief 2 Brief 3 Deel 17 Fotos

WAT HET LEVEN ME LEERDE

Swami Sivananda

Het was, om zo te zeggen, door een flits dat ik, heel jong nog, tot het inzicht kwam. dat het leven van de mens meer is dan zijn noodzakelijke activiteiten alleen en dat er iets is voorbij de menselijke waarneming dat alles wat zichtbaar is, beheerst en er richting aan geeft. In het kort, ik begon de werkelijkheid te zien achter dat wat we het leven op aarde noemen. De onrust en koortsachtige angst die het dagelijks leven van de mens kenmerken, zijn in strijd met het hoger doel dat hij een of andere dag moet bereiken.

Wanneer de mens verstrikt is in zelfzucht, hebzucht, lust en haat, vergeet hij wat er zich onder zijn huid bevindt. Materialisme en scepticisme hebben de bovenhand. Kleine zaken prikkelen hem en voor een kleinigheid begint hij te twisten. Met andere woorden, de mens is ongelukkig. Door mijn dokterspraktijk leerde ik ten volle het lijden van de wereld kennen, ik kreeg concrete bewijzen van het grote gezegde :

"Sarvam doekham vivekinah. Alles is lijden voor wie onderscheidingsvermogen bezit." Ik werd gezegend met een nieuwe visie en een nieuw perspectief. Ik was er vast van overtuigd dat er een plaats moet zijn -een zoet tehuis van ongerepte glorie en zuiverheid en goddelijke luister- waar eeuwig absolute veiligheid, volmaakte vrede en geluk kunnen worden genoten. In overeenstemming met de verklaring van de Shroeti (Schrift), verzaakte ik de wereld en voelde ik dat ik behoorde tot de hele wereld.

Een periode van strenge zelfdiscipline en versterving gaf me voldoende kracht om ongedeerd te leven met de wisselvalligheden van de wereld. Ik begon in te zien welk een grote weldaad het voor de wereld zou zijn als ik die nieuwe visie zou kunnen delen met iedereen. Ik noemde mijn instrument The Divine Life Society.

Terzelfder tijd hadden de ingrijpende gebeurtenissen van de twintigste eeuw hun weerslag op alle mensen met een wakkere geest. De verschrikkingen van voorbije en mogelijke oorlogen en het lijden dat ze veroorzaakten, beroerde de geest van de mensen. Het was niet moeilijk in te zien dat het lijden van de mens meestal wordt veroorzaakt door zijn eigen daden. Men voelde aan dat de mens bewust maken van zijn fouten en dwaasheden en hem ertoe aanzetten zijn levenswijze te verbeteren, zodat hij zich inzet voor hogere doeleinden, de meest dringende nood van de tijd was. Als een antwoord op deze nood zag ik de Divine Life Mission ontstaan om de mensheid te redden uit de greep van de krachten van de lagere natuur en hem op te heffen tot het bewustzijn van zijn ware relatie met het heelal. Dit werk is het opwekken van het religieus bewustzijn, een bewustzijn van de wezenlijke Goddelijkheid van de mens.

Niet met argumenten of discussies alleen kan religie worden onderwezen of begrepen. Niet met voorschriften en regels kun je iemand religieus maken. Het vereist een juist afgestemd zijn op zijn omgeving, een vermogen om zowel het diepste als het meest uitgestrekte te voelen, een echte sympathie voor de schepping. Religie is beleving, geen spreken of vertoon. Ik beweer dat men religieus kan zijn. ongeacht de religie die we belijden, ongeacht de profeet die we aanbidden, ongeacht de taal die we spreken of het land dat we bewonen, ongeacht onze leeftijd of geslacht, op voorwaarde dat het mogelijk wordt gemaakt dat men TAPAS beoefent in de echte zin van die gewijde term, die vooral betekent elke vorm van zelfbeheersing, beoefend in het dagelijks leven voor zover mogelijk is in de omgeving en onder de voorwaarden waarin we zijn geplaatst.

Ik beweer dat echte religie van het hart is. Eerst moet het hart worden gezuiverd. Waarheid, liefde en zuiverheid zijn de basis van echte religie. Beheersing over de lagere natuur, verovering van de geest, het cultiveren van deugden, het dienen van de mensheid, goede wil, medemenselijkheid en vriendschap vormen de basis van echte religie. Deze idealen zijn vervat in de beginselen van The Divine Life Society. En ik probeer ze vooral met voorbeelden te onderwijzen, wat ik belangrijker vind dan alle voorschriften.

De moderne denker heeft tijd noch geduld genoeg om harde Tapas en zware spirituele oefeningen te doen, en vele van deze zaken verwijst hij zelfs naar het domein van het bijgeloof. Om deze generatie het voordeel van Tapas te geven in de echte religieuze betekenis van het woord, om ze er de ware inhoud van te openbaren en ze te overtuigen van zijn betekenis en doeltreffendheid, houd ik mijn toorts van Divine Life hoog. als een methode van religieus leven die in zijn verscheidene stadia en fasen geschikt is voor iedereen, die kan worden beoefend door de kluizenaar zowel als door de bediende, die kan worden begrepen door de geleerde zowel als door de buitenmens. Dit is een religie die niets anders is dan wat essentieel is om zin te geven aan de dagelijkse plichten van de mens. De schoonheid van "Divine Life" ligt in zijn eenvoud en toepasselijkheid in het dagelijks leven. Het is zonder belang of men naar de kerk, de moskee of de Mandir gaat om te bidden, want alle gebeden worden aangehoord door de Ene.

De gemiddelde zoeker laat zich gemakkelijk misleiden door de grillen van zijn geest. Wie zich op het spirituele pad begeeft, laat zich licht in verwarring brengen voor hij het einddoel van zijn tocht bereikt, en wordt ertoe aangezet zijn inspanning halfweg te verminderen. Talrijk zijn de hindernissen, maar wie standvastig doorzet, zal beslist het doel van het leven bereiken en dat is het alomvattende zijn, kennis en vreugde. In al mijn geschriften heb ik grote nadruk gelegd op de discipline van de rumoerige zinnen, op de verovering van de geest, de zuivering van het hart en het bereiken van innerlijke vrede en kracht, volgens de verscheidene stadia van evolutie.

Ik leerde dat het de voornaamste plicht van de mens is te leren geven, geven in liefdadigheid, geven in overvloed, geven met liefde, geven zonder verwachting, want men verliest niets door te geven, integendeel, wie geeft ontvangt het duizendvoudige. Liefdadigheid bestaat niet louter uit het verschaffen van materiële zaken, want liefdadigheid is onvolledig zonder liefdadigheid van geaardheid, liefdadigheid van gevoel, liefdadigheid van begrip, kennis, meevoelen met anderen. Liefdadigheid is zelfopoffering in de verscheidene lagen van ons wezen.

Liefdadigheid in de hoogste zin van het woord schat ik even hoog als Gnyaana-Yagnyaa (letterlijk: offer van wijsheid ; het verspreiden van spirituele literatuur).

Zo beschouw ik ook goedheid in zijn en doen als de fundering van ons leven. Met goedheid bedoel ik het vermogen om voor anderen te voelen en te leven, en te voelen zoals de anderen het doen, en kunnen handelen op zo'n manier dat niemand wordt te kort gedaan. Goedheid is het aanschijn van goddelijkheid. Ik denk dat echt goed zijn. in het diepste van ons hart, niet gemakkelijk is a! schijnt het eenvoudig als lering. Het is een van de moeilijkste zaken op aarde, ten minste als men eerlijk wil zijn met zichzelf.

Er is geen stoffelijke wereld voor mij. Wat ik zie, zie ik als de glorierijke manifestatie van de Almachtige. Ik verheug me als ik de Sahasraara Poeroesha, de Poeroesha met duizenden hoofden en duizenden ogen en voeten, aanschouw. Als ik mensen dien, zie ik geen mensen, maar Hem wiens ledematen ze zijn. Ik leer nederig zijn voor het Machtige Wezen wiens adem we ademen en wiens vreugde we genieten.

Ik denk niet dat er iets meer moet worden onderwezen of geleerd. Dit is de bloem van de religie, de essentie van de filosofie, dat wat iedereen werkelijk nodig heeft.

De filosofie die ik huldig is geen dromerige, subjectieve. wereld-ontkennende doctrine of illusie, noch een grove wereld-bevestigende theorie van een door de zinnen bezeten humanisme. Het zijn de feiten van de goddelijkheid van het heelal, de onsterfelijkheid van de ziel. De eenheid van de schepping met het Absolute, die ik beschouw als de enige doctrine die het overwegen waard is. Aangezien het ene Brahman verschijnt als het hele heelal in al zijn verscheidenheid en op alle niveaus van zijn manifestatie, moet de zoeker eer bewijzen aan de lagere manifestaties alvorens naar de hogere te gaan. Goede gezondheid, een diepe kennis, een sterke wil en morele integriteit zijn alle noodzakelijk in het proces van de realisatie van het Ideaal van de mensheid als geheel. Zich aanpassen en zich afstemmen, in alles het goede zien en alle beginselen van de Natuur doeltreffend gebruiken in het proces van evolutie naar de Zelfrealisatie over het pad van een geïntegreerde aanpassing van de menselijke krachten en mogelijkheden, zijn enkele van de voornaamste factoren om een echte levensfilosofie op te bouwen. Voor mij is filosofie niet louter liefde voor wijsheid maar het eigenlijk bezit ervan. In al mijn geschriften heb ik methodes voorgeschreven om de lichamelijke, vitale, mentale en intellectuele lagen van het bewustzijn te overwinnen en beheersen zodat men steeds kan verdergaan met zijn Sadhana voor Zelfrealisatie.

Het Aatman (Zelf) aanschouwen in ieder wezen of elke vorm, Brahman (het Absolute) voelen, overal en altijd en in alle omstandigheden, in alle dingen het Atman zien. horen, proeven en voelen, dat is mijn geloof. Leven in Brahman. versmelten in Brahman en oplossen in Brahman, dat is mijn geloof. Vanuit die eenheid handen, geest, zinnen en lichaam gebruiken om de mensheid te dienen, om de Namen van de Heer te zingen, om zoekers op te heffen, om instructies te geven aan oprechte leerlingen en om kennis te verspreiden over de hele wereld, dat is mijn geloof, als je het een geloof wil noemen. Een kosmisch vriend zijn en een kosmisch weldoener, een vriend voor de armen, de verdwaalden, de hulpelozen en degenen die gevallen zijn, dat is mijn geloof. Zieke mensen dienen, ze verzorgen met zorg, sympathie en liefde, wie terneergedrukt is opbeuren, kracht en vreugde brengen aan allen, eenheid voelen met iedereen, en allen behandelen met een gelijkmatige visie, dat is mijn geloof. In mijn geloof zijn er boeren noch koningen, bedelaars noch keizers, mannen noch vrouwen, leraren noch leerlingen. Ik houd ervan te leven, te bewegen en te verblijven in dit domein van het onbeschrijflijke.

De eerste stap is dikwijls de moeilijkste. Maar zodra hij werd gedaan, wordt de rest gemakkelijk. De mensen hebben meer moed en geduld nodig. Gewoonlijk proberen ze er zich aan te onttrekken, ze aarzelen en worden bang. Dit alles is te wijten aan onwetendheid jegens hun plicht. Een bepaalde graad van opvoeding en cultuur is noodzakelijk om een voldoende helder begrip van onze positie in de wereld te hebben.

Ons opvoedingssysteem heeft een herziening nodig, want het beroert slechts de oppervlakte en gaat niet naar de diepten van de mens. Om dit te bewerkstelligen moet de samenwerking niet alleen van de gemeenschap komen maar ook van de regering. Zonder wederzijdse hulp is succes moeilijk te bereiken. Hoofd en hart moeten hand in hand gaan en het ideaal en de feiten moeten nauw verband houden. Werken met deze kennis is Karma Yoga. Krishna verkondigde deze waarheid in de Bhagavad Gietaa. Ik bid opdat dit verheven ideaal zijn plaats zou vinden in ieders leven, zodat er een hemel op aarde ontstaat. Dit is niet zo maar een wens, -het is onloochenbaar een mogelijkheid en een feit. Dit moet worden waargemaakt als het leven wil betekenen wat het moet betekenen.