The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Portret van een yogi
Narayan
Deel 01 Deel 02 Deel 03 Deel 04 Deel 05 Deel 06 Deel 07 Deel 08 Deel 09
Deel 10 Deel 11 Deel 12 Deel 13 Brief 1 Brief 2 Brief 3 Deel 17 Fotos

Sivananda gaf Mantra-inwijding aan duizenden mensen. "Een Mantra is God gevat in een klankstructuur", verklaarde hij. "De herhaling van een Mantra heeft de geheimzinnige kracht de manifestatie van de Godheid op te roepen, zoals het splitsen van een atoom de enorme krachten erin vrijmaakt." Sivananda deed evenveel om Japa Saadhanaa (herhaling van een Mantra) bekend te maken als om de glorie van Sankiertan te verspreiden. Overal waar hij ging, droeg hij Japa Maalaas mee om uit te delen (Maalaa : snoer met honderden en acht kralen voor Japa).

Ook raadde hij de mensen aan de Mantra dagelijks te schrijven, wat hij Likhit Japa noemde. Zoekers van over de hele wereld stuurden hem hun Mantraschrijfboek voor nazicht en zijn zegen. Met de inwijding gaf hij ook enkele instructies mee en vestigde hij een innige relatie met de discipel.

Sivananda geloofde ook in de doeltreffendheid van gemeenschappelijke Saadhanaa. Hij miste geen enkele Satsang. Om dezelfde reden organiseerde hij tweemaal per jaar Saadhanaaweken in de Ashram, die dan veranderde in een spiritueel trainingskamp. Er waren uiteenzettingen over de spirituele oefeningen. De nadruk lag echter op de praktijk. "Een ons praktijk is beter dan tonnen theorie," zei hij. Er werd een intensief programma van Japa, meditatie, Aasanas, het observeren van Mauna (stilzwijgen), onzelfzuchtig dienen enz. gegeven. Om de bezoekers aan te moedigen waren er wedstrijden in Aasanas, Mantraschrijven, reciteren van de Gietaa voor buitenstaanders. De bewoners van de Ashram ondergingen een training het hele jaar door. Als een Swami onderlegd was in muziek en Bhajan vroeg Sivananda hem elke morgen een muziekles te geven. De Hatha Yoga-expert gaf een Aasanaklas. Er werd ook Sanskrit onderwezen. Schriften zoals de Toelsidaas Raamaayana, de Bhagavad Gietaa, de Yoga Vaasishta werden verklaard. Zo kon iedereen voor zichzelf een goed studieprogramma opmaken.

De Meester had zijn eigen karakteristieke methodes om de discipelen te testen. Hij liet b.v. iemand spreken in de Satsang en ging na of hij na zijn lezing nederig bleef of opzwol van trots.

Hij vroeg iedereen met nadruk een spiritueel dagboek bij te houden.

"Dat is een Goeroe aan je zijde", zei hij. "Het zal je dwingen aan zelfonderzoek te doen. Een gedeelte van de geest bestudeert dan een ander gedeelte van de geest. Je zult op die manier je eigen fouten ontdekken." Hij vroeg aan iemand: "Zul je elke maand je spiritueel dagboek opsturen?" "Ik zal proberen", antwoordde de man. Onmiddellijk reageerde Sivananda: "Je probeert niet te eten. Je probeert niet te drinken. Je eet en drinkt, maar je zegt dat je zult proberen mij je dagboek op te sturen."

Sivananda vroeg zijn leerlingen eerlijk te zijn in hun spirituele oefeningen. Hij legde ze niet teveel beperkingen op in verband met voedsel en kledij. Hij gaf ze de raad niet teveel te denken aan hun lichaam, brood en baard, maar voortdurend te verblijven in het aldoordringende Brahman (Absolute). "Uiterlijke regels hebben niet veel belang", verklaarde hij. "Mijn leerlingen kunnen overal leven en gelijk hoe gekleed gaan en toch op een doeltreffende manier mijn instructies volgen."

En wat waren die instructies? "Dien. Bemin. Geef. Zuiver. Mediteer. Realiseer. Wees goed. Doe goed. Verdraag beledigingen en kwade bejegening. Onderzoek: 'Wie ben ik ?' Ken jezelf en wees vrij. Je bent niet dit lichaam, niet deze rusteloze geest. Je bent in wezen Onsterfelijk Aatman (Zelf). Realiseer dit en wees vrij. Stel het niet uit, maar Doe Het Nu." Dit noemde hij zijn Yoga van de Samenvatting. Sivananda geloofde in synthese, in een integrale ontwikkeling. Zijn leer was ook universeel. Hij was een kristallisatie van de essentie van alle religies. Zijn opvatting was: "Welke religie je ook beoefent, wie ook de profeet moge zijn die je volgt, welke taal je ook spreekt, welk land je ook bewoont, wat ook je leeftijd en geslacht mogen zijn, je kunt gemakkelijk groeien als je weet hoe het ego te verpletteren, hoe de lagere natuur van de geest te vernietigen en hoe meesterschap te verwerven over je lichaam, zinnen en geest." "De waarheid", zei hij ook "kan niet de exclusieve eigendom zijn van één enkel individu, hoe groot hij ook is. Wij moeten ons hoeden voor kwezelarij."

Twee Zwitserse toeristen vroegen aan Swamiji : "Hoelang duurt de cursus van de Forest University ? We lazen dat zoiets hier bestaat."

"Een leven lang", antwoordde Sivananda. "Als je de eindproef wil afleggen, die Zelfrealisatie is, moet je je hele leven wijden aan de studie en beoefening van Yoga en Vedanta. Het volstaat niet enkele boeken te lezen en je kennis uit te braken op je examenblad en heel voldaan over jezelf te denken : "Ik ben een groot Yogi."

Sivananda's instructies aan enkelingen waren altijd bondig en gevat en werden niet gemakkelijk vergeten. Enkele voorbeelden. Aan een ingenieur gaf hij de raad : "Bouw de Brug van de Onsterfelijkheid." Aan een dokter: "Amputeer je ego." De zakenman vroeg hij zaken te doen met God ; een militair de innerlijke strijd te voeren, een politieman zijn eigen geest te verhoren. Hij gaf een leraar de raad eerst zichzelf te onderwijzen, een sociale hervormer hield hij voor vooral zichzelf te hervormen. Aan moeders vroeg hij dat ze hun kinderen vooral Godlevertraan zouden geven.

Dr. Maryse Choisy uit Parijs schreef: "Ik voelde in hem de aanwezigheid van die echte wijsheid die we allen verlangen, waar we ook geboren zijn. Swami Sivanandaji kent alle zaken die men kan leren aan Westerse universiteiten en veel meer nog die je er niet kunt leren. Zelfs de grootste materialist moet die aura voelen, dat magnetisme, die sereniteit, die heiligheid, die om Swami Sivanandaji hangt. Wat me meest trof als bewonderenswaardig en nieuw in Swami Sivananda is de wijze waarop hij ieder ogenblik het Goddelijke naar voren brengt. Waarover het ook gaat, over psychologie. geneeskunde, filosofie of religie, Sivananda heeft ons altijd iets te leren. Ik moet bekennen dat hij een van de volledigste mensen is die ik tot nu toe heb ontmoet.

Waarschijnlijk is dat zo omdat liefde en dienstvaardigheid de drijfveren van zijn leven zijn, zoals dat ook het geval was met Mieraa en Toekaraam."

8 januari 1950, tijdens een avondsatsang. Govindan. een overspannen Ashrambewoner, sloeg driemaal met een bijl naar Sivananda. In die tijd was er nog geen elektriciteit in de Ashram. Er brandde alleen een olielampje. Door de duisternis miste de aanrander zijn doel. De bijl kwam tegen de deurstijl terecht. Alleen de steel raakte Swamiji's hoofd. Maar deze droeg gelukkig een tulband. De aanrander werd gegrepen en meegenomen door de politie. De volgende morgen ging Swamiji naar het politiekantoor. Hij wilde niet dat Govindan gestraft werd. "Bedoel je dat er iets kan gebeuren buiten Gods Wil?" argumenteerde hij. "De Heer alleen zette Govindan ertoe aan te doen wat hij deed. Zijn "Dyoetam chalayatam asmi (Ik ben het dobbelen van de bedrieger. Bhagavad Gietaa, X 36) en Taskaram pataye namo namah (Gegroet zij de Heer der dieven. Sataroedriya, Yajoerveda III)" slechts woorden ? Verblijft dezelfde alomtegenwoordige Heer niet in de dief, de rover, de moordenaar en de inbreker ? Neen, ik zal niet toelaten dat de politie Govindan straft. De Heer spaarde mijn leven, want er is nog dienstbetoon te doen met behulp van dit lichaam. Ik moet verdergaan met dat dienstbetoon. Dat is alles wat dit voorval me duidelijk maakte." Hij tekende de heilige tekens op Govindans voorhoofd met Bhasma (as) en Koemkoem (rood poeder), gaf hem boeken met een ondertekende opdracht in en wijdde hem in in de Ashtaakshara Mantra (Om Namo Naaraayanaaya). Hij gaf hem enkele eenvoudige spirituele instructies en schonk hem fruit, kleren en een deken. Hij zond hem dan terug naar zijn geboortestad Salem. Twee Ashrambewoners moesten hem vergezellen tot Agra. Hij vroeg de politie de zaak te vergeten. Tegen zijn discipelen zei hij: "Mijn ideaal is Jayadeva. Rovers hakten zijn hand af en smeten hem in een kuil. Toen de goden met een Poeshpaka Vimana (bloemenwagen) kwamen om hem naar het paradijs te brengen, weigerde hij in te stappen, als ook de rovers die zijn hand hadden afgehakt niet meemochten. Dat is mijn ideaal."

Een Zwitserse dame, Myriam Orr. die Sivanandashram bezocht in de late vijftiger jaren schreef in een Zwitserse krant over een vreemd voorval dat ze meemaakte, op het ogenblik dat ze in de Ashram aankwam.

"Een oudere man met een edel voorkomen en een gezicht dat vriendelijkheid en goedheid uitstraalde, die blootsvoets was en gekleed ging in een Engelse overjas, ging driemaal rond een uitgemergelde arme man, die gekleed was in een gescheurde en verhakkelde lendendoek die hem maar een armzalige bescherming bood tegen de sterke wind uit de Himalayas. Na zijn rondgang ging de oudere man plat op zijn buik liggen vóór de arme man, die beefde van emotie. Hij nam hem daarna mee naar de Ashramkeuken, bood hem een maaltijd aan en at met hem wat rijst mee. waarna hij een Vedisch gezang zong over de goddelijkheid en broederschap van de mens."

Die oudere man was niemand minder dan Swami Sivananda. Later ondervroeg de Zwitserse dame Swamiji hierover. Hij zei: "De man die je zag was een Harijan (letterlijk: kind van God ; naam gegeven door Gandhi aan de onaanraakbaren). Hij kwam me bezoeken omdat hij voelde dat hij niet lang meer zou leven. Ik groette hem op de oude, traditionele manier en vroeg hem in ons hospitaal te blijven. Hij is zeer ziek. Wij doen ons best voor hem en omringen hem met alle liefde. Er is slechts één kaste, de kaste van de mensheid. Onaanraakbaarheid is een schande. Religie heeft daar niets mee te maken. Het is een afwijking, een bijgeloof, waarvan nog velen het slachtoffer zijn. Het moet worden bevochten met alle midden en volledig worden uitgeroeid."

Myriam Orr vroeg Swamiji of hij op dezelfde manier boog voor alle onaanraakbaren die hem kwamen opzoeken. Swamiji antwoordde dat hij hierin geen vaste regels had. "Deze man heeft veel geleden. Zijn hart, zijn hele wezen, is doordrongen van een zeldzame zuiverheid. Hij heeft nooit iemand kwaad gedaan. In ieder wezen ziet hij een vonk van God."

"Kent u hem al lang, eerwaarde Swamiji ?" "Neen, het was de eerste maal dat ik hem zag." "Kunt u dan de ziel en het hele leven van de mensen zien zoals u hun lichaam ziet, eerwaarde Swamiji?" "Dat kan iedereen als hij de kracht ertoe in zichzelf ontwikkelt."

Ananthanarayanan beschrijft Sivananda als volgt: "Swami Sivananda was ongeveer 1.80 m. Hij had brede schouders en lange armen. Hij schoor zijn gezicht en hoofd kaal. Hij had een kinderlijk gezicht zonder enig spoor van sluwheid of bitterheid. Zijn ogen schitterden. De titanische proporties van zijn hoofd en lichaam deden denken aan de goden uit de Griekse mythologie."

In de eenvoud van een monnik scheen Sivananda een koning. Het was onmogelijk zijn leeftijd te schatten. "U ziet er uit als de rots van Gibraltar", zei een bezoeker op Swamiji's achtenzestigste verjaardag.

Swamiji had een gevoelige, krachtige stem. Vaak duwde hij de micro weg met de woorden : "Ik heb hem niet nodig."

Sivananda stapte geluidloos. Jarenlang liep hij blootsvoets; alleen op oudere leeftijd begon hij kanvasschoenen te dragen. Er was rust in al zijn bewegingen.

In de winter droeg Swamiji een overjas en in de zomer twee grote stukken katoen: het ene rond zijn lendenen en het andere op zijn schouders en over zijn borst.

Men had geen introductiebrief nodig om hem op te zoeken. Hij was bereikbaar voor iedereen. Iemand zei over hem: "Zet hem in een dicht woud in een onbekend land. Hij zal er vriendschap sluiten met tijgers, leeuwen en beren."

Swamiji probeerde de mensen aan te spreken in hun moedertaal. Naast Tamil, Engels, Hindi en Maleis, die hij goed kende, leerde hij woorden van begroeting, spreekwoorden, gedichten en liederen in verscheidene talen, die hij alle gebruikte in zijn omgang met mensen.

Sivananda voelde zich overal en bij iedereen thuis.