The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


DE WAARHEID OVER SWAMI SIVANANDA'S

BOODSCHAP AAN DE MENSHEID

Swami Chidananda

VOORWOORD

Elisabeth Waszink kreeg bij haar bezoek aan Goeroedev Swami Sivananda's Aashram in India in januari 1994 een boekje in handen met een lezing van Swami Chidanandaji, sedert 1963 opvolger van Swami Sivananda en internationaal voorzitter van The Divine Life Society. Ze was zozeer onder de indruk dat ze ter plaatse beloofde het te zullen vertalen en uit te geven. Omdat ze geen ervaring heeft met het uitgeven van publicaties deed ze daarvoor een beroep op mij. Je houdt het resultaat van haar Goeroebhakti of devotie voor de spirituele leraar in handen.

De lezing werd gehouden in India voor hindoes, maar Swami Chidananda's onderricht is zo universeel en tijdloos als de Ultieme Werkelijkheid zelf waarover hij met zoveel vuur spreekt, dat het niet moeilijk is voor zoekers van bij ons het te vertalen naar hun eigen omstandigheden toe.

Moge deze publicatie voor velen een hulp zijn om voorbij woorden en gedachten naar de zaligheid van hun wezenlijke Zelf te gaan.

Narayan


DE WAARHEID OVER SWAMI SIVANANDA'S

BOODSCHAP AAN DE MENSHEID

Swami Chidananda

Bemind Onsterfelijk Aatman (Zelf), gezegende zoekers van de Eeuwige Werkelijkheid, toegewijden van de Heer, Saadhakas, spirituele zoekers op het pad van Saadhanaa (spirituele oefening) en minnaars van rechtvaardigheid, Dharma-premis (die de rechtvaardigheid toegewijd zijn) en Satsangis (deelnemers aan deze spirituele bijeenkomst), terwijl we hier bijeen zitten in het gewijde Samaadhi-schrijn (mausoleum) van beminde Goeroedev Shrie Swami Sivanandaji Mahaaraaj, staan ons twee grote onderrichtingen van hem voor ogen. Je ziet ze op de muur vóór jou zodra je binnenkomt: "WEES GOED. DOE GOED." Kwam Swami Sivananda op deze wereld alleen maar om ons te zeggen dat we goed moesten zijn en goed moesten doen? Of kwam hij, leefde hij, bereikte hij de verlichting en begon hij een boodschap te prediken, een onderricht, een evangelie voor de moderne mensheid, dat ons méér vroeg dan goed te zijn en goed te doen?

Het is belangrijk voor ons, omdat we niet louter bewonderaars, toegewijden en volgelingen zijn van deze grote spirituele Meester. Velen van ons zijn verbonden met hem op een speciale manier. We zijn zijn discipelen. Het is heel belangrijk dat we weten wat hij van ons verlangt. Is hij voldaan met ons "goed zijn en goed doen " of wil hij nog iets meer? Indien dat laatste het geval is, hoe staat dat "goed zijn en goed doen" dan in verband met dat iets meer?

Terwijl ik dit zeg, ben ik er mij van bewust dat een aanzienlijk aantal van jullie de Meester nooit heeft gezien. Jullie hadden nooit de gelegenheid hem rechtstreeks te ontmoeten, persoonlijk, in dit leven. Een relatie als discipel was niet mogelijk. Toch zijn jullie volgelingen, omdat je in zijn lering grote inspiratie, grote vertroosting en grote leiding vonden in tijden van verwarring, twijfel en moeilijkheden. Jullie vonden licht op je pad, zagen een duidelijke weg. Daarvoor zijn jullie dankbaar. Jullie willen altijd in dat licht blijven vertoeven. Jullie begonnen zijn richtlijnen te volgen en ontwikkelden een innerlijke relatie met hem. Hij begon jullie gedachten en gevoelens te vormen en jullie handelingen te leiden in een bepaalde richting, iets wat er wellicht niet was voor jullie met zijn onderricht in contact kwamen.

Daarom zijn ook jullie, al is het op een enigszins afstandelijke, indirecte manier, discipelen van de Heilige Meester.

Want wat is eigenlijk discipelschap? Wie is een "discipel"? Een discipel is iemand die zich onder de leiding van een Meester plaatst en die zich probeert om te vormen in de geest van de lering van die Meester en die probeert te leven en te handelen op een manier die in overeenstemming is met de door die Heilige Meester gegeven bijzondere onderrichtingen. Al hebben jullie de Heilige Meester nooit ontmoet, nooit gezien, al hadden jullie nooit een gelegenheid met hem in contact te komen, toch kwamen jullie, nadat hij overleed, in contact met zijn leer. Indien jullie al deze noodzakelijke dingen beginnen te doen om jullie om te vormen, om jullie gedachten en gevoelens te hervormen, zoals Goeroedev vroeg en indien jullie beginnen je leven en je daden te baseren op zijn lering, dan zijn jullie zijn discipelen.

Op zijn eigen manier zal ook dat discipelschap jullie leiden op de ladder van ontwikkeling en jullie nader tot de Grote Ervaring brengen.

Vele christenen beschouwen Jezus als de Grote Goddelijke Meester, omdat hij kwam, onderwees en de mensen vroeg een bepaalde levenswijze te volgen en zich te onthouden van bepaalde dingen. Hij ging zelfs zo ver dat hij de mensen leerde hoe tot God te bidden. Hij was omringd door een groep van twaalf leerlingen. Zij zijn het die hun Meesters onderrichtingen propageerden na zijn heengaan. Jezus predikte in de wildernis, hij predikte op het veld, hij predikte naast de weg, hij predikte onder bomen en hij predikte ook in de grote Joodse Tempel. Zoals Shankaracharya en Rama Tirtha, stierf hij op een heel jeugdige leeftijd. In een algemene zin zijn alle christenen, al hebben ze Jezus nooit gezien, in een staat van discipelschap met deze Grote Meester, die hen leerde hoe het Koninkrijk der hemelen te verwerven, die de weg toonde naar de Vader, wat God betekent, wat Bhagavaan betekent, wat Khoeda betekent.

Zo ook lezen jullie allen Goeroedev Sivananda's boeken en beginnen jullie hem te volgen, al werden jullie niet persoonlijk door hem ingewijd. Maar ook dit is een inwijding: een onrechtstreekse inwijding.

Het verhaal van Ekalavya (in het Mahaabhaarata-epos) illustreert wat ik bedoel. Drona wilde om bepaalde redenen geen onderricht geven aan Ekalavya. Maar door meditatie over een afbeelding van Drona leerde Ekalavya alle geheimen van Drona. Of we Goeroedev hebben ontmoet of niet is niet zo belangrijk, maar wel is het noodzakelijk dat we onszelf zien in een staat van discipelschap met hem. Het moet dan ook duidelijk zijn dat we weten wat zijn boodschap is en wat hij wil dat we worden.

Er zijn verschillende manieren om dit te achterhalen. Zeg je dat men zijn boeken maar moet lezen om te weten wat hij van ons verlangt, dan brengt dat je in een lastig parket. Het zal je helemaal in verwarring brengen. Al schrijft Goeroedev Shrie Swami Sivanandaji Mahaaraaj op een heldere, uiterst bevattelijke, zeer eenvoudige wijze, toch zul je niet weten waar je staat. Je zult perplex staan en iemand zal je moeten helpen, want Goeroedev heeft als het ware over alles geschreven wat je vindt onder de zon. Hij schreef over alle aspecten van de mens, zijn leven, zijn spirituele idealen en doelstellingen; hij schreef over gezondheid; hij schreef over zelfbeheersing, hij schreef over wat je mag eten en niet mag eten; hij schreef over ziekte, kwalen, gezondheid, lang leven. Hij schreef over alles en nog wat. Hij schreef over opvoeding; hij schreef over Yoga; en hij schreef over Vedanta, Bhakti, Dhyaana, Koendalinie, Yoga, Aasanas, Praanaayaama, Soeryanamaskaara. Hij schreef voor vrouwen, hij schreef voor huisvaders; hij schreef voor Saadhakas. Hij schreef voor iedereen. De verscheidenheid van Goeroedevs onderwerpen is verbijsterend. Die benadering zal dan ook geen specifiek licht werpen op ons probleem.

Er is echter een betere manier om te ontdekken wat Goeroedev verlangt wat we doen en wat hij wil dat we worden en zijn en wat hij ons vooral wil leren. Laten wij beginnen met onszelf één vraag te stellen. Indien het "goed zijn en goed doen" is wat Goeroedev ons kwam onderrichten, waarom liet hij, die zoveel goed deed in Malaysië als dokter, dat dan achter zich? Hij had er de gelegenheid om onophoudelijk heel wat goed te doen voor een groot aantal mensen. Hij zou zich moeten hebben verheugd in die situatie en er gebleven zijn. Waarom verliet hij dan die plaats en kwam hij naar Rishikesh, dat onooglijke, van God verlaten dorpje? Denk je dat Rishikesh in die tijd was zoals het nu is? Er waren geen bussen, geen taxi's, geen Tempos, geen driewielers. Bij gelegenheid sukkelde er een Tonga tussen Haridwar en Rishikesh. De meeste mensen legden de afstand te voet af. Vele pelgrims die hier kwamen voor de Badrinath-Kedarnath Yatra droegen hun last op hun schouders en begonnen aan hun tocht in Haridwar, zelfs niet in Rishikesh. De weg van Haridwar naar Rishikesh liep door een dichte jungle met slechts één Basti (uitspanning) ertussen; en die Basti was Satya Naaraayan.

We hebben beschrijvingen van die tocht van Haridwar naar Rishikesh in boeken geschreven door Saadhakas en Sannyaasins over de eerste dagen van hun verzaking in deze streek. Rishikesh was een klein dorp zonder grote Bazar, want de Kshestra (plaats waar gratis voedsel wordt bedeeld aan asceten) bestond nog niet.

Slechts later werd die geopend. Het was pas daarna dat Goeroedev naar Rishikesh kwam.

Ik hoorde over Rishikesh en de situatie daar in die vroege jaren van iemand die de Badrinath-pelgrimstocht had gedaan met zijn vrouw en zijn kind in 1919, vijf jaar vóór Goeroedev hier kwam. Hij was een leraar van Nagpoer. Later, na zijn pensionering, vestigde hij zich hier, werd Goeroedevs discipel, nam Sannyas van Goeroedev en stierf hier. Ram-Ram Swamiji werd hij genoemd. Hij was een Maharashtrian Swamiji. Hij nam zijn Ghatari of bundel op zijn ene schouder en zijn kind op zijn andere schouder. Zijn vrouw droeg hun mondvoorraad. Ze begonnen aan hun voettocht in Haridwar. Toen Goeroedev zich hier vestigde, was er in Rishikesh niet veel gelegenheid om "goed te doen en goed te zijn".

Het was pas toen zijn kleine hut werd weggespoeld tijdens de verschrikkelijke overstromingen van 1924 dat Goeroedev de plaats verliet waar hij verbleef, een plaats die Ramnagar wordt genoemd, drie mijl voorbij Rishikesh en op zoek ging naar een geschikter verblijf.

Hij wilde niet in Rishikesh zelf wonen, omdat het er te druk was tijdens het bedevaartseizoen. Moeni-ki-reti was nog niet ontwikkeld. Er was hier niets, geen voorzieningen voor voedsel, niets. Er waren echter enkele Saadhoes, die zich hadden gevestigd op de andere oever van de Ganges. Dat trok Goeroedev aan, omdat het afgelegen was, Ekant. Daar waren voorzieningen om eenvoudig te leven en te eten.

Goeroedev betrok een Koetir die alleen bestond uit vier muren en een dak met golfplaten. Niets anders. De Koetir stond alleen. Gedurende een tijd betrok Goeroedev ook een bouwvallige stal. Hij wilde alleen zijn. Hij wilde van de mensen weg zijn. Wanneer hij soms alleen wilde zitten en toch aan de Ganges, was dat onmogelijk. Je weet wat er gebeurt als er een Saadhoe aan de Ganges zit. Pelgrims en toegewijden gaan naar hem toe. Ze denken niet dat hij daar zit om alleen te zijn en dat ze hem niet mogen storen. Neen! Ze willen zijn Darshan hebben (hem zien). Ze willen Pranaams doen (voor hem buigen). Ze willen Aashiervaat (zijn zegen).

Wat deed Goeroedev? Hij ontdekte een rots die uitstak in de rivier met aan de andere zijde een nisachtige uitholling. Je kon die grot niet bereiken door rond de rots te gaan. Je moest op de rots klimmen vanaf de zandbank en je van de top laten zakken. Was je er eenmaal in dan was je afgesneden van de wereld. Niemand kon raden dat daar iemand zat. Ze zagen slechts de rots. Daar zat Swamji alleen, met zijn gezicht naar de Ganges en naar de plaats waar onze Aashram nu is. Goeroedev ging daar vele keren heen. Op zekere dag wees hij ons die rots aan tijdens een bootkiertan.

Zoals ik zei, er is een gemakkelijker manier om er te achter te komen wat Goeroedev ons wilde laten doen, dan verloren te lopen in de doolhof van onderwerpen die hij behandelde in zijn boeken. Zoekers vinden de lering die hij gaf in een beknopte vorm, geschreven van 1927-28 af, in enkele spirituele pamfletten. Zelfs tijdens zijn Tapasyaperiode (periode van versterving), noteerde Goeroedev bepaalde onderrichtingen voor zichzelf. Voor oprechte zoekers schreef hij diezelfde onderrichtingen op en zei: "Doe het op die manier." Dat vind je in "Twintig Belangrijke Spirituele Instructies". Die vormen de hoofdzaak van zijn onderricht voor de hele wereld. Ze zijn ook de hele wereld rond gegaan.

Deze instructies zijn interessant aangezien ze "spirituele instructies" worden genoemd. Ze worden niet "ethische instructies" of "morele instructies" genoemd. Op de eerste plaats wil Goeroedev dat je spiritueel bent en niet alleen een sociale "wees goed-er". Hij wil dat je een spiritueel wezen bent of iemand die probeert een spiritueel ideaal na te streven, een spiritueel doel te bereiken. Een spiritueel doel ligt altijd voorbij de wereld. Het is geen deel van deze wereld. Deze wereld is een materialistische wereld. Deze wereld is Bhautika Jagat (een wereld van elementen), terwijl het spirituele doel Adhyaatmika Lakshya (Lakshya: doel; Adhyaatmika: het Zelf betreffende), Parama Lakshya (Parama: hoogste, allesoverstijgend) is of iets wat het huidige niveau van het menselijk leven overstijgt. Het is iets dáár voorbij.

Goeroedev wijst daarom een doel aan voorbij de wereldse sfeer van menselijk bestaan. Lees deze instructies en ga na hoeveel ervan de ingrediënten van "wees goed en doe goed" bevatten. Misschien één of twee. Voor de rest zijn het allemaal praktische onderrichtingen over zelfdiscipline, zelfbeheersing, zelfoverwinning, het polijsten van zijn aard, het zich ontdoen van alles wat lelijk en foutief is en proberen te groeien in de vorm van een edele, sublieme, verheven persoonlijkheid met Daivi Sampada (goddelijke deugden).

Er is zelfverloochening. Houd slechts enkele dingen. Reken niet op bedienden. Wees onafhankelijk. Doe je werk zelf. Dan is er Vrata (gelofte). Vast op Ekadasi (bepaalde dag in de maankalender).

Spreek de waarheid. Houd je nauwgezet aan de waarheid. Indien je hierin faalt, leg dan jezelf een straf op. Eet niet 's avonds laat. Sta vroeg op.

Doe Japa (herhaling van een Mantra). Doe meditatie. Beoefen Aasanas (Yogahoudingen). Bestudeer de Gietaa. Geef het lezen van kranten en romans op. Geef cinema, kaartspel op. Het is tijdverlies, een verspilling van het leven. Je zult vaststellen dat de spirituele instructies subjectieve, ethische instructies zijn voor je eigen morele vervolmaking en ethische evolutie en dat vanaf het begin de nadruk ligt op spirituele oefening. Sta op om 4u, Brahmamoehoerta, een zeer gunstige tijd voor meditatie en Japa en andere spirituele praktijken, omdat de atmosfeer dan gevuld is met Sattva (harmonie). Doe Japa. Doe meditatie. Ontwikkel concentratie. Probeer in één Aasana (zithouding) te zitten.

Dan is er de even populaire tekst "Saadhanaa Tattva" of "Wetenschap van de Zeven Culturen". Deze bevat algemene richtlijnen voor de hele mensheid. Goeroedev benadrukt hier ondubbelzinnig en zeer categorisch Saadhanaa. "Saadhanaa Tattva" bevat de hoofdzaken van alle Schriften. Het bevat de hoofdzaken van alle leringen van religies en profeten. Het is Saadhanaa Tattva, de principes van Saadhanaa. Er ligt meer nadruk op Saadhanaa dan in de Twintig Instructies. Waar dan komt "Wees goed en doe goed" van pas?

Nog iets. Nooit ben ik het moe te herhalen: "Het Universele Gebed" van Goeroedev, dat in hoofdzaak zelfcultuur is.

"Geef ons innerlijke spirituele kracht Om de bekoringen te weerstaan en de geest te beheersen. Bevrijd ons van egoïsme, lust, hebzucht, haat, toorn en jaloersheid. Vul ons hart met goddelijke deugden."

Dat is niets anders dan zelfcultuur. Opdat we in staat zouden zijn onze ogen te openen en Hem overal te aanschouwen, is er een geleidelijke bevoorrading met ideeën in het patroon van dit Universele Gebed. Het is van begin tot einde zelfcultuuur, zich ontdoen van verwerpelijke kenmerken en het cultiveren van edele, sublieme eigenschappen, het ontwikkelen van innerlijke kracht om de aantrekking van lagere, negatieve neigingen te weerstaan en vast te staan in een hoge staat van edel gedrag. Waar komt dus "Wees goed en doe goed" te pas? Het komt in de volgende twee regels aan bod, maar niet op de gewone manier, maar op een buitengewone, zeer ongewone manier:

"Laten wij U aanschouwen in al deze namen en vormen. Laten wij U dienen in al deze namen en vormen."

Ook hier is de ingesloten suggestie "Wees goed en doe goed" verbonden met God en niet met de maatschappij. Ze is niet verbonden met de menselijke gemeenschap of met de wereld, maar met het Kosmische Universele Wezen. Zelfs in de wens om iedereen te dienen, is er een bepaald onmiskenbaar spiritueel element. Spoedig daarna gaat Goeroedev helemaal over tot Saadhanaa:

"Laten wij U altijd herinneren. Laten wij altijd Uw glories zingen. Laat Uw Naam altijd op onze lippen zijn. Laten wij altijd in U verblijven."

Elke dag worden we verondersteld dit gebed te reciteren, 's morgens en 's avonds. Wat vragen we Hem op die manier? Geef mij een gelegenheid om hospitalen te bouwen en goed te zijn, goed te doen en de zieken en de armen te dienen en de maatschappij en de misdeelden te dienen?

"Ik ben gekomen om de gevallenen te verheffen en de tranen te drogen van degenen die..." Goeroedev heeft dit gezegd. Maar hoe kun jij het zeggen? Hij kwam met een opdracht. Hij verklaarde dit over zichzelf. Niet over jou en mij. Tegen ons zegt hij niet: "Hef de gevallenen niet op. Dien de misdeelden niet. Dien de armen en de zieken niet." Integendeel, hij legt grote nadruk op dienen. Tegen iedereen zegt hij telkens weer: "Leven zonder onzelfzuchtig dienen is een verspilling... Het zout van het leven is dienen." Hij zegt ook: "Een leven zonder devotie is een dorre woestijn." En: "Zonder meditatie, geen verlichting. Zonder verlichting, geen verlossing." Goeroedev benadrukt meditatie. Hij benadrukt Bhakti of devotie en hij benadrukt onzelfzuchtig dienen. Omdat onzelfzuchtig dienen rechtstreeks verband houdt met dat wat hij wil wat je wordt en wat je doet. In één woord, hij kwam in deze moderne tijd om op een krachtige manier mensen aan te trekken tot een spiritueel leven en op een krachtige manier mensen te leiden in hun streven naar Godverwerkelijking, het bereiken van Aatma Gnyaana (Zelfkennis), want alleen daardoor bereiken we uiteindelijk de verlossing van gebondenheid aan dit fysieke, materialistische, aardse leven, alleen daardoor bereiken we de staat van vrede en vreugde die we allen zoeken. Goeroedevs grote nadruk lag op Godverwerkelijking. Telkens weer herhaalde hij: "Het doel van het leven is Godverwerkelijking." Hij zei niet dat het doel van het leven is dat je zoveel mogelijk goed moet doen voor je sterft. Indien iemand een obsessie maakte van goed zijn en goed doen en verstrikt raakte in een onophoudelijke activiteit placht hij te zeggen: "Je bent een dwaas. Dit kostbare menselijke leven werd je gegeven om te mediteren en om devotie te ontwikkelen en Japa te doen en Saadhanaa te doen en God te verwerkelijken en jij verspilt je leven in deze onderneming. Vele Shankaracharyas zijn gekomen, vele Boeddhas zijn gekomen, vele Jezus Christussen zijn gekomen, vele profeten zijn gekomen, maar niemand slaagde erin deze wereld te veranderen. Deze wereld draait voort. Deze wereld is als de staart van een hond, altijd krom. Als jij hem recht maakt, wordt hij niet recht. Je steekt hem in een buis en zolang de buis er is, blijft hij recht, omdat de buis recht is. Wanneer je de buis wegneemt, is de staart weer krom. Je zult hem niet recht maken en je bent een dwaas indien je het probeert. Je leven zal voorbij gaan."

Waarom zei Goeroedev dan "Wees goed en doe goed"? Waarom legde hij de nadruk op Karma Yoga? Waarom prees hij onzelfzuchtig dienen? Hij prees het slechts uitgebreid in één boek. In "Practice of Bhakti Yoga", "Practice of Vedanta" of "Practice of Yoga" vraagt hij je niet aan liefdadigheid te doen. Hij vraagt je niet sociaal dienstbetoon te doen. Hij legt de nadruk voor honderd percent op de Yoga Soetras, op concentratie en meditatie, op Yama, Niyama, Aasana, Praanaayaama, Pratyaahaara. Hij gaat diep op het onderwerp in.

Hij vraagt je een Yogi te zijn.

Waarom werd Goeroedevs oproep tot Karma Yoga en onzelfzuchtig dienen dan buiten proporties opgeblazen? De reden is dat het het enige ding is dat het normale individu in de wereld kan zien en op prijs stellen. Hoe kunnen politieke en sociale leiders en de gewone man in de straat het innerlijke leven van een spiritueel mens op prijs stellen? Ze kunnen het niet. Ze hebben er geen idee van. Ze willen tastbare resultaten en de voordelen zien van iemands leven en activiteiten. Indien iemands leven praktische vruchten voortbrengt is er applaus.

Ze geven hem dan een onderscheiding. Maar als er geen praktische resultaten zijn, interesseert het hen niet veel en zijn ze niet onder de indruk van hem.

Niet echter in de zoekende spirituele wereld. Integendeel, ze staan met honderden en duizenden in de rij voor een wijze, die misschien zelfs niet spreekt, laat staan handelt. Misschien zit de wijze er maar gewoon. Hoeveel honderden en duizenden mensen gingen voor Darshan van Aurobindo Ghosh naar Pondichery! Aurobindo Ghosh liet zich met geen enkele sociale activiteit in en predikte geen enkel type van "wees goed en doe goed". Zijn hele leven sprak hij over de supramentale Yoga. Er was een school in zijn Aashram, omdat zoveel gezinnen er zich vestigden om in zijn nabijheid te kunnen leven. Ze wilden onderwijs voor hun kinderen. Onder zovele mensen heeft er allicht iemand een hoest, een verkoudheid, rugpijn, tandpijn... Dus moest Aurobindo een hospitaal beginnen in zijn Aashram.

Zijn Aashram was geen Aashram zoals deze Sivananda Aashram.

Zijn Aashram was een kolonie van drie-, vierhonderd families, die in even zoveel huizen woonden, die verspreid waren over heel Pondichery. De grote Meester had zijn eigen ommuurd Aashramgebouw met één enkele bewaakte poort. Maar de eigenlijke Aurobindo Aashram strekte zich uit over heel Pondichery. Ze hadden gebouwen op verscheidene plaatsen, waarin vele families woonden.

De voorwaarden van de wijze Aurobindo waren heel speciaal.

Indien je een discipel wenste te worden, moest je alles aan zijn voeten leggen. Een volledige overgave van alles. Indien je bij voorbeeld een huis had in Baroda, moest je het op zijn naam laten schrijven.

Het werd een huis dat toebehoorde aan Aurobindo Ghosh en de Moeder. Op die manier konden ze daar een Aashram ontwikkelen.

Alles -Tan, Man, Dhan (lichaam, geest en weelde)- moest worden overgegeven. Niets kon men voor zichzelf houden. Hij voorzag in alles wat noodzakelijk was. Slechts dan kon men een lid worden van de Aurobindo Aashram.

De Grote Wijze ontmoette nooit mensen, behalve op drie of vier dagen per jaar. Hij gaf drie of vier keer Darshan per jaar: de dag van zijn verlichting in de Aliporgevangenis, zijn verjaardag en dergelijke bepaalde dagen waarop de mensen hem konden zien.

Anders konden ze hem niet zien. Op Darshanadagen kwamen ze van over de hele wereld, van over heel India. Ze stonden in een lange rij te wachten op hun beurt. De Darshan die ze hadden duurde misschien een halve minuut of één minuut. Of als er te veel volk was een paar seconden. Ze moesten in een lange rij staan om langs de stoel te gaan waarop hij zat. Als je aan de beurt was, gaf je hem enkele bloemen en ontving je zijn zegen. Misschien keek hij in je ogen, maar dan moest je doorlopen, want er stond iemand op je hielen. Dat was het gangbare systeem.

Een andere grote mysticus en heilige, Ramana Maharshi, was volledig anders, honderd percent. Hij was beschikbaar alle driehonderd vijfenzestig dagen van het jaar. Hij was als een boom op een wegkruising of op een markt of in het midden van een grote vlakte, die kon worden benaderd vanuit alle richtingen. Hij had geen privacy, geen privé leven. Iedereen kon bij hem komen. Of er iemand kwam of ging, het deerde hem niet. Hij ging gewoon door met zijn bezigheden. Was het tijd om te baden, dan deed hij dat en kwam daarna terug. Was het tijd om naar het toilet te gaan, dan deed hij dat.

Soms zaten er vijftig mensen in de zaal. Soms kwamen er honderd mensen voor Darshan. Ramana Maharshi hield zich aan zijn eigen dagelijks werk. Was het tijd om naar de keuken te gaan, dan deed hij dat. Soms hielp hij groenten schoonmaken. Of hij maakte een korte wandeling. Hij gaf er niet om dat er mensen om hem waren. Zij werden verondersteld in zijn aanwezigheid te mediteren. De Maharshi sprak zelden tegen iemand. Hij schonk geen bepaalde aandacht aan iemand. Dit ging jaren zo door. Hij vroeg nooit iemand te dienen of "goed te zijn en goed te doen" of de natie en de maatschappij te dienen. Zoiets zei hij nooit. Als iemand iets wilde, zei hij één ding: "Alvorens welke vraag dan ook te stellen, ga na wie het is die de vragen wil stellen. Waarom wil je dit of dat weten betreffende dingen die zo ver van jou verwijderd zijn? Waarom begin je niet bij jezelf? Weet je iets over jezelf? Wanneer je niets weet over jezelf, waarom wil je dan iets weten over dat wat ver van je af ligt? Begin waar je bent." Ramana was op die manier onverzettelijk. Hij was een Siddhanti van de Vichaara Maarga (pad van onderzoek). Hij ging nooit uit zijn Aashram weg. Er waren geen sociale activiteiten in zijn Aashram. Hij dacht nooit aan de economische toestand van het land, aan de armoede en dergelijke. Toch gingen de grootste sociale en politieke leiders hem opzoeken om hem te zien en aan zijn zijde te zitten. Je moet maar denken dat dit India is.

Het is wellicht het enige land waar de arme rondtrekkende asceet meer wordt geëerbiedigd en vereerd dan een koning op een troon of een keizer die heerst over een keizerrijk. Mensen betoonden dergelijke wijzen meer respect al hadden ze zelfs geen stoel om op te zitten.

Dat is India. Alleen in India is het mogelijk. Maar toen iemand vroeg aan Ramana Maharshi: "Is het goed dat ik mijn naaste dien?" dan zei hij niet neen. Hij zou hebben geantwoord dat het goed is dingen te doen die anderen voordeel brengen, ook omdat het je weerhoudt dingen te doen die niet goed zijn. Die waarde heeft het zeker. Dat kan niet worden ontkend.

Laten we het nu vooral hebben over Goeroe Mahaaraaj. Wat was het wat hij kwam onderwijzen? Deze vraag wordt over het algemeen gesteld over alle wijzen en heiligen. Toen men aan Shrie Ramakrishna Paramahamsa, de heilige van Dakshineshwar, vroeg: "Wat is onze plicht in de maatschappij? Is het niet noodzakelijk dat we de hongerigen voeden, de naakten kleden en medische hulp verlenen aan zieken en zorgen voor weduwen en wezen?" dan antwoordde hij: "Dat is goed. Er is niets verkeerds aan dergelijke activiteiten, maar onthoud dat het belangrijkste waarvoor God je hier heeft gestuurd Saadhanaa is en het bereiken van Godverwerkelijking. Dat is de plicht met topprioriteit. Dat is het eerste en belangrijkste waarvoor we hier gekomen zijn. Vergeet het niet. Andere dingen zijn bijkomstig. Indien je je Saadhanaa, je Yoga doet, mediteert, veel Japa doet en je hebt wat tijd over, dan kun je je engageren in dienstbetoon en in het helpen van anderen, maar denk niet dat je gekomen bent om anderen te helpen. Wie ben jij om anderen te helpen? Alsof God de mensen niet kan helpen die hulp nodig hebben. Alsof Hij onbekwaam werd, zodat jij iets moet doen wat God niet kan. Dit bezig zijn met het helpen van anderen is eveneens een soort van egoïstische begoocheling."

Op de eerste plaats: Godverwerkelijking. Dat is het doel, dat is de opzet waarvoor je hier bent gekomen. Andere dingen zijn bijkomstig. Je kunt dienen. Maar er zijn mensen die een bepaalde begoocheling koesteren: "We hebben Swami Sivanandaji niet begrepen. Hij was een profeet die gekomen is om Karma Yoga te benadrukken. Maar wij doen Kiertan, Bhajan. Wij begrijpen hem niet echt." Dit is volstrekt verkeerd. Helemaal fout.

Waarom legde Goeroedev er de nadruk op dat mensen zich zouden moeten engageren in dienstbetoon? Er zijn verscheidene redenen, die alle leiden tot dezelfde waarheid. Goeroedev ontdekte dat de grote meerderheid van de mensen die tot hem kwamen -spirituele zoekers en dergelijke- slechts kwamen onder impuls van een plotselinge emotie, van een sentimentele drijfveer. Ze lazen een boek of hoorden een lezing, onmiddellijk wilden ze verzaken en een Boeddha worden. Hij stelde vast dat de meerderheid van hen niet rijp was voor meditatie. Er was zoveel in hen waarvan ze eerst moesten worden bevrijd. Hij kon hen niet onmiddellijk zeggen te mediteren en te verwerkelijken. Om die reden zei hij hen: "Engageer je in onzelfzuchtig dienen. Dien de Goeroe. Dien de pelgrims. Dien de dorpelingen. Dien de armen. Dien bezoekers en gasten." Van de mensen die tot hem kwamen en Oepadesh (onderricht) van hem wilden, wist hij heel goed dat ze geworteld waren in zelfzucht en egoïsme en dat ze toch Japa wilden doen. Ze zouden er nooit iets van terecht brengen.

Daarom zei hij hen: "Dien je ouders thuis. Dien je vader en je moeder. Dien je broers en alle ouderen, je buren en de maatschappij, de natie en de hele wereld. Dien de zieken en de behoeftigen. Maar begin van waar je bent. Liefdadigheid begint bij jezelf. Dien je vader en moeder. Wees een goede zoon of een goede dochter. Dien later iedereen."

Goeroedev wist zeer goed, uit de diepten van zijn eigen spirituele ervaring -zoveel moet ik zeggen, hij wist dat dit een feit was- dat de grote meerderheid van de mensen niet rijp is voor meditatie, omdat hun geest gevuld is met zoveel Koeda en Kachchhara (stof en vuil).

Wordt dat niet eerst volledig verwijderd en worden de geest en het hart niet eerst verfijnd en gezuiverd, dan blijven Samaadhi en Saadhanaa een vaag idee. Daarom zei Goeroedev: "Je moet je eerst en vooral zuiveren. Zuiverheid komt van je te engageren in onzelfzuchtig dienen." Ego is de grote onzuiverheid. Goeroedev zette Saadhakas in het begin aan tot onzelfzuchtig dienen als een middel om zich voor te bereiden op andere vormen van Saadhanaa. Zelfs Japa.

Heb je geen onzelfzuchtig dienen gedaan, heb je je niet ontdaan van de onzuiverheden van het hart en de geest, dan gaat de geest de wereld rond terwijl je Japa doet, van New York naar Kashmir en Delhi en overal. Slechts de handen verschuiven de kralen en de lippen prevelen de Mantra, maar de geest is er niet bij. Om die reden zei Goeroedev dat Japa, concentratie en meditatie alleen doeltreffend kunnen worden gemaakt door onophoudelijk onzelfzuchtig dienen. Ontdoe je van alle negatieve, onspirituele, ongoddelijke eigenschappen. Doe dan Japa. Die Japa zal effectief en vruchtbaar zijn. Tegen fulltime spirituele zoekers, die zeiden dat ze naar Oettarkashi wilden gaan, omdat er in de Aashram te veel drukte was, zei Goeroedev ronduit: "Kijk eens, denk je dat je daar vierentwintig uur per dag kunt mediteren? Dat is onmogelijk. Je zult er niet toe in staat zijn. In het begin met een klein beetje Aarambha Shoeratva (de heldhaftigheid van de beginner) en een beetje enthousiasme, kun je proberen een korte tijd te overdrijven in meditatie, maar dan komt er plots een reactie en voel je een afkeer ervoor. Je kunt dan zelfs geen half uur in meditatie zitten. Erger nog, geleidelijk word je lethargisch en ga je in Tamas (duisternis, inertie). Je zult Taamasisch worden." Dit waren de woorden die Goeroedev gebruikte: "Je zult in Tamas gaan." Wees op je hoede! Dit is een groot gevaar. Mensen die onmiddellijk in afzondering willen gaan en zich overgeven aan Saadhanaa worden nutteloos voor zichzelf, nutteloos voor de maatschappij en nutteloos voor iedereen. Ze worden Taamasisch en dat is het grootste gevaar. Je moet je daarom ernstig toeleggen op een of andere vorm van activiteit. Dien je Goeroe, dien Saadhoes (heilige mannen), werk wat in een of andere tempel, pluk er bloemen voor, veeg hem schoon, reinig de gebruiksvoorwerpen.

Doe alles om je actief bezig te houden, om de eenvoudige reden dat niemand mediteert gedurende vierentwintig uur. De hele tijd Saadhanaa is niet mogelijk. De geest gaat slechts in een beperkte mate naar Saadhanaa uit. Goeroedev beveelt daarom ook verscheidenheid in Saadhanaa aan. Mediteer een beetje, doe Kiertan een beetje, doe Japa een beetje, doe Svaadhyaaya een beetje, doe Aasana een beetje, doe Praanaayaama een beetje. Zelfs dan is er een grens van het aantal uren dat je je daarmee kunt bezighouden.

Het vereist een heldhaftige ingesteldheid om alleen spirituele Saadhanaa te doen van 's morgens tot 's avonds. Het is onmogelijk.

Jaren van onzelfzuchtig dienen, zelfzuivering en Saadhanaa maken het geleidelijk mogelijk.

"Wees goed en doe goed" is dus maar een middel om je voor te bereiden op het betreden van het domein van Yoga, de portalen van Yoga. Je zult alleen in staat zijn de verscheidene Yogaprocessen door te maken indien je je hart en geest ontdaan hebt van grove en subtiele onzuiverheden. Dat is de voorwaarde voor zowel Bhakti, Bhajan, Saadhanaa, meditatie, Shravana, Manana als Nididhyaasana, om het even wat. Goeroedevs aanmaning om goed te zijn en goed te doen, zijn aansporing tot sociaal dienstbetoon, heeft een rechtstreeks verband met het enige ding dat hij ons wil laten doen en dat hij in deze moderne tijd kwam onderwijzen.

Hij was (en is nog altijd!) de profeet van spirituele Saadhanaa of spiritueel leven. Hij kwam om het te roepen van de hoogten van de Himalayas: "Ontwaak, O mens, kostbaar is het menselijk leven. Verspil het niet in eten, drinken en slapen. Het werd je gegeven voor energieke Yoga Abhyaasa (Yogabeoefening) en om Godverwerkelijking te bereiken. Het werd je vooral gegeven voor dat hoogste doel."

Daarom kwam Goeroedev ten eerste, ten tweede en tenslotte om spitituele Saadhanaa zijn verdiende plaats te geven in het dagelijks leven. Een leven zonder Saadhanaa is een levende dood. We vergaten dit grote ideaal. We verwaarloosden Saadhanaa. We hebben het zelfs bijna vergeten. Deze wereld is een Saadhanaa Shibir (een plaats voor intense oefening). We kwamen hier om Saadhanaa te doen en de Zelfverwerkelijking te bereiken. We moeten Saadhanaa dan ook zijn juiste plaats geven in dit leven. Zijn juiste en verdiende plaats is in het centrum. Goeroedev was evenwel ook een realist. Hij was een pragmaticus en zag dat het pad van verzaking niet voor iedereen is weggelegd. Mensen kunnen devotie hebben en streven, maar ze hebben ook plichten, verantwoordelijkheden. Ze kwamen ter wereld met deze ingebouwde verantwoordelijkheden, verplichtingen jegens hun moeder en vader, familie en mensen die van hen afhankelijk waren. Goeroedev zei dan ook: "Ik geef je een schema waarin acht of negen uur voorzien zijn om te werken en een uur om te pendelen en een uur 's avonds om naar de club te gaan of om te wandelen, om tennis of badminton te spelen, om het even wat en een uur om te winkelen. Maar sta op om 4u en doe Saadhanaa, Japa, meditatie, Aasana-Praanaayaama, bestudeer de Gietaa." De nadruk lag altijd op Saadhanaa, spiritueel leven, innerlijk leven. Je bent gevangen in het net van het dagelijks leven om je brood te verdienen. Tijd om te werken, te winkelen is onontbeerlijk. Maar je kwam niet alleen voor dit ter wereld of om te tennissen enz. Buiten dat voorzag Goeroedev alleen tijd voor Saadhanaa, niet voor sociaal dienstbetoon. Heb je de gelegenheid daartoe op zondag, doe het dan. Zoek een of ander hospitaal op. Deel fruit uit aan de zieken. Spreek met hen. Beur hen op. Tijdens vrije dagen kun je dit nog meer doen.

Maar zelfs over vakantiedagen (holidays) zei Goeroedev: "Maak van de holiday een holy day (een heilige dag). Zoek een of andere Ekanta Sthaan (eenzame plaats) op. Doe wat Anoeshthaana (systematische spirituele of religieuze praktijken). Doe wat Poerascharana (systematische herhaling van een Mantra). Zoek in plaats van toeristische plaatsen heilige plaatsen op en doe er zo mogelijk wat intense Saadhanaa."

Goeroedev Swami Sivananda kwam de moderne mens vooral leren dat Saadhanaa de belangrijkste opdracht is in dit leven en dat Saadhanaa nooit mag worden verwaarloosd. Het moet topprioriteit worden gegeven. Omdat de mens niet rijp is voor Saadhanaa ten gevolge van de grofheid van de geest en de onzuiverheden van het hart en de geest, zoals zelfzucht, egoïsme, afgunst, jaloersheid, onverdraagzaamheid, onwil, haat, wraakzucht, zei hij in het begin:

"Verdiep je gedurende een tijd in intens sociaal dienstbetoon, maar onthoud altijd dat dit maar een voorbereiding op Yoga is. Die voorbereiding leidt tot de grootste opdracht waarvoor God je dit lichaam gaf." Bhaaratavarsha (India) is een land van Tyaaga (verzaking), Tapasya (versterving) en Saadhanaa, Bhakti (devotie) en Bhajan (loven). Dat is onze nalatenschap. Dat is onze erfenis. En dat is onze belangrijkste plicht. Om ons te herinneren aan deze belangrijkste van alle plichten, nu we God, Godverwerkelijking, Yoga Abhyaasa, Vedanta vergaten, kwam Goeroedev en maakte ons bewust van die grote erfenis en riep ons op om opnieuw het pad van Saadhanaa en Yoga te betreden. Dit is de waarheid betreffende Swami Sivanandaji's boodschap voor de mensheid. Dit is de waarheid betreffende zijn wijsheidonderricht voor de moderne mens. Dit is de waarheid betreffende zijn onderricht als een Goeroe.

Nu een beetje een dwaze vraag. Maar er schuilt geen kwaad in ze te stellen en ze te beantwoorden. Vraag: "Wanneer je energiek, onzelfzuchtig, egoloos dienstbetoon of Karma Yoga hebt gedaan, gedurende een betrekkelijk lange tijd, en je hart en geest werden gezuiverd en er ontkiemde devotie, je begon met de innerlijke beoefening van Yoga Saadhanaa, Vedantische Saadhanaa en het 'goed zijn en goed doen' heeft zijn doel bereikt, kun je je dan veroorloven het op te geven en uitsluitend Japa, meditatie enz. te doen?" Indien deze vraag inhoudt of je 'goed zijn en goed doen' kunt opgeven, dan is het antwoord: "Neen, je moet alleen goed zijn en goed doen. Je moet goed zijn en goed doen tot je laatste ademhaling." Zelfs na de Godverwerkelijking, moet je je engageren in goed zijn en goed doen. Dat is voor je persoonlijk leven. Maar als je al je tijd geeft aan het dienen van de maatschappij en de mensheid, dan ben je gegrepen door Maayaa (de illusie) en gevangen in Maayaa. Dat is een obsessie, een grote begoocheling. Je wordt niet verondersteld je hele leven rond te rennen in dienst van de maatschappij en daarin te sterven. Dat zou een grote vergissing zijn. Je zult het doel missen waarvoor je hier kwam. Je bent hier niet alleen gekomen voor sociaal dienstbetoon, voor Paropakaara (het welzijn van anderen), maar voor Yoga Abhyaasa, om jezelf te disciplineren, te concentreren, te mediteren en te verwerkelijken. Dat is het enige doel van je komst hier. Alleen om je hieraan te herinneren kwam Goeroedev Swami Sivananda in deze twintigste eeuw. Er is geen twijfel aan en ik kan het jullie zeggen met een volmaakte overtuiging en een absolute zekerheid en vastberadenheid.

Er was een tijd dat ook ik rondrende als een gek van 's morgens tot 's avonds, iedereen dienend, zieken, bedrukten, Saadhakas, bezoekers, iedereen in de buurt, van de bedelaar tot de hoogstgeplaatste persoon, zelfs honden, katten, kraaien. Op zekere dag werd Goeroedev zo kwaad op mij dat hij me riep en iets tegen me zei dat niet voor herhaling vatbaar is. Hij kwam naar beneden uit het kantoor en hij zag me lopen van het hospitaal naar de keuken, met drie of vier steelpannen in mijn handen. Goeroedev vroeg wat ik deed. Ik antwoordde dat ik patiënten met tyfus en buikloop voedsel bracht.

Goeroedev zweeg en ging weg. Diezelfde dag na de middag zag hij mij hetzelfde doen. Hij vroeg: "Is dat het waarvoor je hier kwam?"

Dan zei hij me iets dat ik nooit zal vergeten. Ik herinner het mij nog heel goed. We onderschatten Goeroedev dan ook en begrijpen het doel van zijn komst verkeerd indien we geloven dat hij kwam om alleen onzelfzuchtig dienen te benadrukken. Hij benadrukte onzelfzuchtig dienen alleen voor degenen die geen spiritueel idealisme kennen en die een leven in zelfzucht leiden zonder een hoger ideaal of doel. Tegen die mensen zegt hij dat onzelfzuchtig dienen de enige redding is. "Anders zul je naar de hel gaan ", zei hij, "laat alles achter je en stort je in onzelfzuchtig dienstbetoon." Niet voor Saadhakas, niet voor discipelen, niet voor toegewijden van God, niet voor degenen die zich reeds bewust zijn van het spirituele ideaal. Neen. Neen.

Voor mensen voor wie Saadhanaa onmogelijk is, voor de grote meerderheid van de mensen die onverbeterlijk is, predikte Goeroedev onzelfzuchtig dienen. Om te beletten dat ze alleen blijven leven voor zichzelf als beesten, absoluut zelfzuchtig, absoluut egoïstisch, alleen zintuiglijk genot achterna lopend, volstrekt geëngageerd in zelfzuchtige activiteiten en om hen te redden van de trieste gevolgen van zo'n levenswijze en zo'n onethisch leven, zei hij: "Dit is niet het leven waarvoor je hier gekomen bent. Komaan. Wees onzelfzuchtig.

Wees goed. Doe goed. Dien. Dien onzelfzuchtig." Ook Swami Vivekananda zei: "Hij leeft, die leeft voor anderen. De anderen zijn meer dood al leven ze." Maar dat is voor de wereld. Wij zijn niet van het type van de gewone wereldse mens, aangezien we in een levendig contact kwamen met Goeroedev en daardoor de derde zegen hebben verworven, de beschermende zorg van een volmaakte wijze.

Doerlabham trayamevaivat danvaanoegraha hetoekam

Manoeshyatvam moemoekshoetvam mahaapoeroesasamsrayah.

Vivekachoedaamani vers 3

Dat wil zeggen: drie dingen zijn waarlijk zeldzaam en zijn het gevolg van Gods genade, een menselijke geboorte, het verlangen naar verlichting en de beschermende zorg van een volmaakte wijze.

Vivekachoedaamani van Jagadgoeroe Adi Shankaracharya laat er geen twijfel over bestaan waarom we hier zijn en wat we moeten verwerven. Deze Samparga (contact) met Goeroedev verworven hebbend, zou het de grootste tragedie zijn als we niet streefden naar Godverwerkelijking. Goeroedev was geen gewoon mens. Hij was iemand die zuivere, onvermengde spirituele onderrichtingen gaf, onderrichtingen die honderd procent spiritueel waren. Zijn lotusvoeten bereikt hebbend, zou het een tragedie zijn van de ergste soort indien we hem niet begrepen en te veel geobsedeerd zouden zijn met alleen maar sociaal dienstbetoon, hoe goed dat ook moge zijn en hoe noodzakelijk ook. Waarom zou je denken dat je de enige bent die sociaal dienstbetoon kan doen? Indien je dat denkt, dan is ook dat een soort subtiel, onbewust ego. "Indien ik het niet doe, zal niemand het doen." Dat is een grote blunder. De wereld komt en de wereld gaat. Er zijn zovele mensen. Zelfs voor je werd geboren waren er al mensen om de samenleving te dienen en ook als je vertrokken zult zijn en je lichaam Khakk (as, stof) werd, zullen er nog mensen zijn om sociaal werk te doen. Gods werk en plan lijden niet onder je aanwezigheid of je afwezigheid. We moeten dus begrijpen waar we staan. Er is een tijd om "Halt!" te roepen, want te veel van iets goeds is ook niet goed. Niemand heeft beter het laatste woord hierover gezegd dan de Tamilians in Tamil Nadoe: "Alavoekkoe minjinal amritamoem visham. Zelfs Amrita (nectar) wordt voorbij een bepaalde grens vergif en doodt je." Indien je de uitspraak letterlijk neemt, heeft ze natuurlijk geen zin, want Amrita of ambrosia of nectar is iets dat je onsterfelijk maakt. De dood kan je dan niet meer raken. Amrita en vergif zijn woorden die elkaar uitsluiten. Waar Amrita is, kan er geen vergif zijn en waar er vergif is, kan er geen Amrita zijn. Ze zijn als licht en duisternis, dag en nacht. Volstrekt onverenigbaar. Toch zeiden ook onze ouden: "Ati sarvatra varjayet. Geef alle buitensporigheid op." Geef in alles overdrijving op.

Er is een tijd om te spelen, er is een tijd om te werken, er is een tijd om te dienen, er is een tijd om te mediteren. Als je dat niet inziet, kun je worden gegrepen en je kunt het dan niemand verwijten. We kunnen niemand de schuld geven. Laat ik nu de ideeën over de reden van Goeroedevs komst in deze tijd die ik nu met jullie deelde samenvatten. Hij zelf verklaarde: "Ik ben hier gekomen om Yoga en Vedanta te onderwijzen." Als je de aard van zijn geschriften bekijkt, stel je vast dat wat hij zei over Karma Yoga slechts een klein onderdeel is. Maar hij volgde een oude traditie. Wanneer ze over iets spreken, zeggen ze: "Dit is het hoogste en het grootste." We moeten begrijpen dat dit deel uitmaakt van onze traditie. Het is iets bekendheid geven. Zou je een product kopen waarover dat niet werd gezegd? Het is bij wijze van spreken een verkooptechniek. "Niets kan hieraan tippen. Dit is het beste. Niets kan hiermee worden vergeleken." Wanneer Goeroedev spreekt over Karma Yoga en Seva (dienen) zegt hij dat ook. Maar hoor je hem spreken over Vedanta, dan zegt hij net hetzelfde. Hoor je hem spreken over Bhakti, dan hoor je: "Slechts een Bhakta kan God kennen in zijn diepste wezen. Een Vedanti kan niet zo diep doordringen in God en Hem zozeer genieten als een Bhakta." Ramakrishna placht te zeggen: " De Vedanti kan slechts tot in de zitkamer gaan. Slechts de Bhakta kan doordringen tot in de innerlijke kwartieren. De intiemste ervaring van God is slechts mogelijk voor een Bhakta en niet voor een droge Vedanti", zei hij. Hebben ze het over Yoga, dan hoor je hen zeggen: "Er is niets hogers dan meditatie. Raaja Yoga is de hoogste wetenschap. De wetenschap der wetenschappen." In onze traditie, wordt dit Artha Vaada genoemd, dat wil zeggen het onderwerp de hemel in prijzen dat je probeert aan de man te brengen. Is dat onderwerp behandeld en ga je over naar het volgende onderwerp, dan prijs je dat even veel. Zoals een makelaar die probeert een huis te verkopen. Hij spreekt met lof over een bepaald huis en als hij ontdekt dat de klant iets anders verlangt, spreekt hij met tienmaal meer lof over dat ander huis. Als ook nu de klant geen interesse toont, zegt hij: "Kom, ik heb nog iets beters." Hij toont het en spreekt er met nog vier keer meer lof over. Artha Vaada behoort tot onze traditie. Het mag niet verkeerd worden begrepen. "Kalau Keshava kiertanaat. Niets is zoeter dan het zingen van Gods faam." Er is geen hogere weg.

Harer naamaiva naamaiva naamaiva mama jievanam

Kalau naastyeva naastyeva naastyeva gatiranyatha.

(Hari's of Gods naam is mijn leven. Er is waarlijk niets hogers.) Het betekent niet dat er geen ander pad is. Je moet de Meester juist begrijpen. Laten we volstaan met te zeggen dat hij de mensheid kwam onderrichten over het spirituele pad. Niet een leven van sociaal dienstbetoon, maar een spiritueel leven. Tot degenen die niet in staat waren hogere Saadhanaa te doen, zei hij: "In orde. Ga niet naar de haaien. Leid ten minste een leven van onzelfzuchtigheid en engageer je in Seva (dienen) van een of andere soort." Ook daarin probeerde hij een spiritueel element te brengen.

Maar voor zijn discipelen en nabije toegewijden was Goeroedevs boodschap: "Doe echte Saadhanaa, mijn beminde kinderen, doe echte Saadhanaa. De gelegenheid en het leven komen misschien niet terug. Verwaarloos deze gouden gelegenheid niet om dan daarna spijt te hebben. Geef je vooral over aan Saadhanaa. De fundering is Nishkaamya Karma Yoga (onzelfzuchtige handeling zonder er de vruchten van te verwachten). Maar als je de fundering hebt gelegd, mag je de rest van het gebouw niet vergeten, want je hebt dan geen huis om in te wonen. Je kunt niet op de fundering zitten in weer en wind. Bouw het huis, zodat je een dak boven je hoofd hebt. Denk niet dat de fundering het huis is. De fundering is het begin, de onmisbare basis, van het grootste belang. Onmiskenbaar. Maar als je denkt dat de fundering zelf het gebouw is, dan ben je als de man die zijn Daan (liefdadigheid) en Dharma (rechtvaardigheid) deed en naar de tempel ging toen die al gesloten was. De Darshan (de gelegenheid om de godheid van de tempel te zien en te vereren) was voorbij voor vandaag. Laten wij daarom goed begrijpen dat het doel van Goeroedevs komst op deze wereld was Tyaaga (verzaking), Tapasya (versterving), Virakti (onthechting) en Saadhanaa te onderwijzen. Hij propageerde "Wees goed en doe goed" ten eerste als een voorbereiding op Saadhanaa en ten tweede als een bescherming van Saadhanaa. Wanneer de vruchten van Saadhanaa beginnen te komen, moet je ze beschermen. De enige methode om de vruchten van Saadhanaa blijvend te maken, is altijd op het pad van goed zijn en goed doen te blijven. Dat is je bescherming, je omheining, je harnas. Dat alleen zal ervoor zorgen dat je Saadhanaa altijd vooruitgaat en het zal je behoeden voor een achteruitgang of een val. Dit is de relatie tussen "Wees goed en doe goed" en Saadhanaa en Godverwerkelijking. Na de Zelfverwerkelijking is goed zijn en goed doen het allernatuurlijkste. Het is de uitkomst van je goddelijkheid. Het is natuurlijk en spontaan. Gods genade, liefde en mededogen zijn er altijd voor de hele schepping. Wanneer je één met Hem wordt, begin je te handelen op dezelfde manier. In al die drie stadia heeft goed doen en goed zijn dus een plaats: in het begin is het een voorbereiding, in Saadhanaa of het spirituele leven is het een bescherming en uiteindelijk het slechts een manifestatie van je goddelijkheid.

Hari OM.