The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


SCHEPPING OF EVOLUTIE?

Uit: Licht van Sivananda, april 2010, vol. 516

Avataara
"De dasha avataaras, dezelfde avataara geeft men soms verscheidene namen.

Dasha betekent: tien; avataara betekent: nederdaling, geboorte. In hoofdstuk IV van de Bhagavad Gietaa zegt Krishna, die zelf een van de tien avataaras was:

6. Ofschoon Ik ongeboren ben, van onvergankelijk Zelf en ook de Heer van alle wezens, toch word Ik, heersend over Mijn eigen natuur, geboren door Mijn eigen illusie (Maayaa).

7. Telkens er verval van rechtvaardigheid (dharma) en opgang van onrechtvaardigheid (adharma) is, O Bhaa-rata (Arjoena), manifesteer Ik me.

8. Voor de bescherming van de goeden, voor de vernietiging van de boosdoeners en voor het stevig vestigen van dharma, word Ik geboren in elke eeuw.

9. Hij die het lichaam heeft opgegeven en die aldus Mijn goddelijke geboorte en actie (karma) in werkelijkheid kent, hij wordt niet opnieuw geboren; hij komt tot Mij, O Arjoena.

Commentaar bij vers 9:
Hij die het lichaam heeft opgegeven: hij die zich niet langer vereenzelvigt met het lichaam.
Hij wordt niet opnieuw geboren: hij heeft de kringloop van geboorte en dood doorbroken.

Dichter bij het hindoe denken
Enkele jaren geleden schreef ik dat drie Westerse geleerden het Westerse denken dichter bij het hindoe denken hebben gebracht. Een tijd later las ik hetzelfde in de wachtkamer van een oogarts in een wetenschappelijk tijdschrift. Het artikel was van de hand van een psychologe. Die drie geleerden zijn Galilea (1564-1642), Darwin (1809-1882) en Freud (1866-1939).

Galilea leerde ons dat de aarde rond de zon draait en niet andersom. Hij gaf de aarde een kosmische dimensie, zoals ze die heeft in de hindoe filosofie. Een voorbeeld hiervan uit de Shroeti Gietaa:
41. Zelfs de goden die heersen over de hemelen zien Uw grens niet, want Gij zijt onbegrensd. In U bewegen eindeloos veel eieren van heelallen met al hun verscheidene scheden als stofdeeltjes in de lucht, voortgedreven door het wiel van de Tijd. De Vedas kunnen Uw glorie alleen maar bezingen door over U te spreken als een negatie van al het andere. (Ze kunnen niet beschrijven wat Ge echt zijt.)

Galilea werd door de inquisitie bestraft met levenslang huisarrest, ondanks het feit dat hij zijn theorie uit angst voor de pijnbank herriep. Hij leefde na zijn veroordeling nog negen jaar. Giordano Bruno (1548-1600) die dat niet deed werd voor dezelfde ideeën veroordeeld tot de brandstapel. In 1992 verontschuldigde Paus Johannes Paulus II zich voor het onrecht dat Galilea werd aangedaan. Giordano Bruno evenwel kreeg geen eerherstel, want hij had zijn theorieën niet herroepen.

Darwin bewees dat de wereld niet geschapen is in zes dagen, waarna God rustte, maar dat hij ontstond in verloop van een lange evolutie, zoals ook wordt aangetoond door de theorie van de tien avataaras.

Freud, ten slotte, leerde ons dat de mens niet zozeer een redelijk wezen, maar vooral een driftmatig wezen is. Hij bracht ons ook bij dat die driftmatigheid uit zijn verleden komt, wat in overeenstemming is met de hindoe theorie van het karma, de wet van oorzaak en gevolg.

En eigenlijk kunnen wij er een vierde geleerde aan toevoegen, de grootste van hen allen, namelijk Albert Einstein (1879-1955), die met zijn theorieën de hindoe idee over het multiversum aannemelijk maakte. Shiva ging 's morgens zijn toilet maken. Toen hij naar de badkamer ging zei zijn dienaar: "Heer, op aarde is Raama geboren." Toen Shiva een half uur later uit de badkamer terugkeerde, zei de dienaar: "Heer, op aarde is Raama gestorven." In Shiva's heelal was een half uur gelijk aan een lang mensenleven in ons heelal.

Iets meer
De hindoe theorie over de scheppingskringlopen heeft toch iets meer dan de leer van Darwin. Bewustzijn is immers niet op een bepaald ogenblik ontstaan en het is evenmin een product van de hersenen, zoals de aanhangers van de evolutietheorie beweren. De schepping bestaat uit materie en materie is samengesteld uit delen. En wat samengesteld is, moet op zeker ogenblik ook uiteenvallen in zijn samenstellende delen. Bewustzijn daarentegen is niet samengesteld uit delen en kan dus ook niet uiteenvallen in delen. Het is met andere woorden ongeboren en onsterfelijk. Het is Bewustzijn dat zich in de loop van een lange evolutie of scheppingskringloop uitdrukt in steeds volmaaktere vormen. Het is als Bewustzijn dat de Ultieme Werkelijkheid de hele schepping doordringt.

Men verweet Darwin dat hij "God had vermoord". Eigenlijk hadden ze gelijk, omdat hij de denkfout maakte dat ook Bewustzijn een product is van evolutie. En dat is niet zo. Bewustzijn ontstaat niet, maar manifesteert zich als de omstandigheden rijp zijn.

Drie krachten
In de schepping zijn drie krachten werkzaam: een scheppende kracht, een in stand houdende kracht en een vernietigende kracht. Ze worden in de hindoe filosofie verpersoonlijkt als Brahmaa, de schepper, Vishnoe, de instandhouder en Shiva, de vernietiger.

Vishnoe manifesteerde zich in allerlei vormen of neerdalingen (avataaras). De tien belangrijkste zijn: de Matsya avataara (vis), de Koerma avataara (schildpad), de Varaaha avataara (het everzwijn), de Narasimha avataara (de manleeuw), de Vaamana avataara (de dwerg), Parashoeraama (Raama met de bijl), Raama, Krishna, Boeddha en Kalki. Kalki wordt nog verwacht.

Het leven manifesteerde zich eerst in de zee, daarna in de vorm van dieren die zowel op het land als in het water leven, daarna ontstonden dieren die alleen op het land leven, dan ontstond een half menselijke, half dierlijke vorm, daarna verscheen de mens, eerst in een nog niet helemaal ontwikkelde vorm, daarna in volwaardige menselijke vormen.

Bewustzijn sluimert in de zogenaamde dode materie, het droomt in planten, het denkt in dieren, het wordt bewust in mensen en het wordt in mensen ten slotte ook bewust van zichzelf, waarna het zich uit de stof terugtrekt.

De eindeloze verhalen over deze avataaras bevatten allerlei wonderbare spirituele instructies. Die instructies worden mettertijd vergeten, maar de verhalen blijven voortleven dank zij schrijvers, vertellers, schilders, beeldhouwers, dansers, zangers enz. Als de tijd rijp is worden de instructies weer herkend en beginnen ze opnieuw aan hun hervormend werk.

De tien avataaras
Lang geleden zijn er periodes van verschrikkelijke overstromingen geweest, wellicht omdat de ijskappen smolten en het zeewater zo'n honderd meter steeg waardoor grote delen van de wereld onder water verdwenen. In het Oude Testament (Genesis) wordt beschreven hoe God de wereld redde door aan Noa te vragen een ark te bouwen en in die ark "zeven paar van de reine dieren en twee paar van de onreine dieren" mee te nemen. Nadat het water was gezakt kon alles weer opnieuw beginnen.

In de hindoe mythologie worden twee voorvallen vermeld waarin het leven dreigde te vergaan door watersnood. De eerste maal redde Vishnoe de wereld in de vorm van een vis of matsya, die aan Manoe vroeg een ark te bouwen en de saptarshis (zeven wijzen) mee te nemen. Dit waren de uit de geest van Brahmaa geboren zonen, die na de zondvloed het scheppingswerk in goede banen moesten leiden. Manoe moest zijn boot vastmaken aan de hoorn van de vis. Omdat we afstammelingen zijn van Manoe worden we man (denker) genoemd. Ook een vrouw is een man of denker. Ze wordt in de Bijbel manin genoemd. Het Engels heeft een mooi woord voor haar, namelijk woman, weeman, een man die weeën krijgt of die kinderen baart.

De tweede avataara was de Koerma avataara. Koerma betekent: schildpad. De goden en de demonen karnden de melkoceaan om de nectar te vinden. Ze gebruikten daarvoor een bergpiek en deden een beroep op een slang, die ze een gedeelte van de nectar beloofden. Toen ze begonnen te karnen zonk de bergpiek weg in de oceaan. Vishnoe manifesteerde zich als een schildpad om steun te bieden aan de karnstok, zodat het karnen ongestoord kon doorgaan. De karnstok is de wervelkolom, de slang is de levenskracht. Het karnen is systematische spirituele oefening. De schildpad verzinnebeeldt genade: geen enkele onderneming heeft kans van slagen als ze niet wordt geruggensteund door Gods genade.

Jaya en Vijaya waren wachters aan de poort van Vaikoentha, de verblijfplaats van Vishnoe. Ze behandelden op zekere dag belangrijke asceten zonder respect en werden daarvoor gestraft met honderd levens op aarde als toegewijden van Vishnoe of drie levens als demonen. Ze mochten kiezen en ze verkozen het laatste. Ze werden geboren als de demonen Hiranyaaksha en Hiranyakashipoe uit de asceet Kashyapa en zijn vrouw Diti, die haar man benaderde met lustvolle intenties terwijl hij verdiept was in zijn avondgebed en meditatie. Hiranyaaksha was de wedergeboorte van Jaya, Hiranyakashipoe was de wedergeboorte van Vijaya. Beiden begonnen de aarde te terroriseren en heel wat onheil te stichten. Hiranyaaksha bracht de oceanen zozeer in beroering dat de aarde erin wegzonk. Varoena, de Heer van de wateren, die in paniek raakte, deed een beroep op Vishnoe, die in de vorm van een varken de demon doodde en de aarde redde. Hij hief de aarde uit de oceanen op met zijn slagtanden. Dit was de Varaaha avataara, de derde avataara.

Hiranyakashipoe wilde de dood van zijn broer wreken. Op de top van de berg Mandara deed hij versterving in het aanschijn van Brahmaa, die hem het vermogen verleende dat hij niet kon worden gedood door een mens of door een dier, niet 's nachts en niet overdag, niet binnenshuis en niet buitenshuis, niet in de lucht en niet op de grond. Hij waande zich dan ook onsterfelijk en begon nog meer onheil te stichten. Hij kreeg een zoon, Prahlaada genaamd, die een grote toegewijde van Vishnoe was. Zijn vader deed zijn uiterste best om daarin verandering te brengen met de hulp van vele leraren. De leraren werden evenwel zelf toegewijden van Vishnoe. De verbolgen vader wierp zijn zoon onder de poten van razende olifanten en gooide hem in een laaiend vuur, maar niets van dit alles deerde de jongen. Hiranyakashipoe riep woedend: "Waar is je Vishnoe?" Prahlaada antwoordde dat Vishnoe verbleef in alles wat bewoog en niet bewoog. Hiranyakashipoe schopte woedend tegen een pilaar, roepend: "Is Vishnoe in deze stenen?" De pilaar brak open en er verscheen een verschrikkelijk monster dat de vorm van een manleeuw had en die de demon verscheurde. Dit was de Narasimha avataara, geen mens en geen dier. Hij doodde de demon niet 's nachts en niet overdag, maar tijdens de dageraad. Hij doodde hem niet binnenshuis en niet buitenshuis, niet op de grond en niet in de lucht, maar in de deuropening en tussen hemel en aarde.

De vijfde avataara was Vaamana, de dwerg, die verscheen om keizer Mahaabali ten val te brengen. Prahlaada, de zoon van Hiranyakashipoe, had een zoon die Virochana heette. Diens zoon heette Bali. Hij werd later Mahaabali (Bali de Grote) genoemd, wegens zijn grote moed. Hij was de keizer van de Asoeras of demonen. Hij onderwierp en terroriseerde de hele wereld. Vishnoe manifesteerde zich in de vorm van een dwerg. Dit was de Vaamana avataara. Vaamana vroeg aan Bali land om zich te vestigen. Bali antwoordde hoogmoedig dat Vaamana zoveel grond kreeg als hij kon bedekken met drie schreden. Vaamana bedekte met twee schreden de hemel, de aarde en de onderwereld en vroeg dan waar de plaats was voor de derde schrede. Al was Bali een demon, toch was ook voor hem een gegeven woord een gegeven woord. Hij bood dan ook zijn hoofd aan voor de derde schrede. Vaamana plaatste de derde schrede op het hoofd van Bali en bracht hem aldus ten val, zodat de tijd waarin vrede heerste terugkeerde. Trivikrama is een van de namen van Vaamana. Hij betekent: drie schreden.

De zesde avataara was de Parashoeraama avataara. Parashoe betekent: bijl. De vertaling van zijn naam is dan ook Raama met de bijl. De koningen waren tirannen geworden. Vishnoe bracht hen ten val door zich te manifesteren als Parashoeraama, een geducht krijger, die de verenigde koningen eenentwintig keer versloeg. Parashoeraama was een brahmaan, maar toch een geducht krijger

Het kastensysteem
Dit brengt ons bij het kastensysteem, dat tientallen eeuwen heeft gefunctioneerd. Het is maar beginnen degenereren op het ogenblik dat het begrip kaste door aanleg werd vervangen door kaste door geboorte. Toen de moslims India onder de voet liepen gingen ze heftig tekeer. Ze vernielden tempels en godenbeelden en bekeerden hele dorpen met geweld. In een beschermende reflex begonnen hindoes hun kasten dan ook hermetisch te sluiten. Het is vooral Mahatma Gandhi die zich inzette voor de afschaffing van de kasten. De Engelsen vonden het kastenstelsel prima. Het paste perfect in hun verdeel-en-heerspolitiek.

Er waren vier kasten: priesters (brahmanen), krijgers (ksha-triyas), handelaren (vaisyas) en dienstbaren (shoe-dras). Wij hebben dat in onze geschiedenis ook gekend.

De belangrijkste stand in het begin waren de priesters. In onze contreien waren dat de druïden. Hun macht was gebaseerd op hun kennis van het lichaam, de seizoenen, de beweging van de sterren en planeten enz.

Toen mensen werden geconfronteerd met invallen, bij ons waren dat de Romeinen, denk maar aan Julius Caesar en Ambiorix, ontstond er een klasse die belangrijk werd omdat ze bescherming bood. Dat waren de krijgers, die zich later ontwikkelden tot de adel, eveneens lange tijd een hermetische gesloten kaste.

Toen de bevolking toenam en er allerlei tekorten ontstonden werden ontdekkingsreizigers belangrijk.

In de moderne tijd werd de vierde stand belangrijk. Dit was de arbeidersklasse, de klasse van de dienstbaren, die belangrijk waren door hun aantal. Denk maar aan wat de tsaren in 1917 overkwam. De rijken en de edelen in Europa schudden en beefden uit angst dat hen hetzelfde zou overkomen. Ze hebben het communistische rijk dan ook hermetisch afgesloten, zodra het mettertijd is doodgebloed. In onze tijd regeert geld de wereld, maar ook daar is een crisis en niemand weet hoe die zal eindigen. De oude wijzen voerden het kastensysteem in om al die moeilijkheden te voorkomen.

Vrijheid
Op het gebied van vrijheid was er tussen India en het Westen een groot verschil. In het Westen was de vrijheid van denken onbestaande, maar er was een grote sociale vrijheid. In India was de sociale vrijheid schier onbestaande, maar de vrijheid van denken was heilig. Iedereen kon zijn intelligentie volgen waar ze hem ook heen leidde.

Dharma
Dharma
, een schier onvertaalbaar woord, is een belangrijk begrip in de hindoe maatschappij. Het is afgeleid van dezelfde werkwoordswortel als dhaaranaa, concentratie, namelijk dhri, houden. Concentratie betekent dat de geest op één punt wordt gehouden. Deshabandhashchittasya dhaaranaa. Het houden (bandha) van de geest (chitta) op één plaats (desha) is concentratie. Yogasoetra III 1.

Dharma is het geheel van regels, die er moeten voor zorgen dat niemand iets tekort komt en dat iedereen het zijne krijgt. Een gezin bijvoorbeeld waarin iedereen het welzijn van het gezin voor ogen houdt, is een gelukkig gezin. De ouders en de kinderen doen wat van hen wordt verwacht en alles loopt op wieltjes. Maar zodra één gezinslid die regel schendt is het hek van de dam en ontstaan er kommer en kwel. In het moderne Hindi betekent dharma: religie. In het Sanskrit betekent het: wet, religie, harmonie enz. Al die begrippen zitten erin.

De meeste grote religieuze hervormingen werden niet ingeleid door de priesterklasse, maar door de krijgerklasse. Krishna, Raama, Boeddha, de belangrijksten, waren allen kshatriyas, prinsen en krijgers. Toen de krijgerklasse tiranniek werd, werd ze door Vishnoe gestopt in de vorm van Parashoeraama, een brahmaan, die evenwel ook een geducht krijger was.

Ook in Europa is er altijd een strijd om de macht geweest tussen de kerk en de adel. Toen Napoleon bijvoorbeeld tot keizer werd gekroond, nam hij de kroon uit de handen van de bisschop en zette hij hem zelf op zijn hoofd. De kerk was ook geen voorstander van de boekdrukkunst, want hun macht was gebaseerd op kennis en die zouden ze met de verspreiding van het gedrukte woord uit handen geven.

De zevende was de Raama avataara. Toen Raavana heerste over Lankaa ging de wereld gebukt onder zijn terreur en zijn talloze wandaden. Vishnoe besliste neer te dalen op aarde. Hij werd geboren als oudste zoon van koning Dasharatha, die regeerde over Koshala met Ayodhyaa als zijn hoofdstad. Dasharatha had drie vrouwen: Kaushalyaa, Kaikeyie en Soemitraa. Kaushalyaa kreeg een dochter, Shaantaa. Ze was ook de moeder van Raama. Kaikeyie kreeg een zoon, Bharata. Soemitraa kreeg Lakshmana en Shatroeghna. Kaikeyie redde op zekere dag door haar opmerkzaamheid het leven van Dasharatha. Uit dankbaarheid mocht ze van hem twee wensen doen. Ze vroeg hem evenwel daarmee te wachten. Toen Raama moest worden geïnstalleerd als kroonprins herinnerde ze haar man aan zijn belofte. Ze wenste dat haar zoon, Bharata, troonopvolger zou worden en dat Raama zou worden verbannen naar het woud gedurende veertien jaar. Bharata weigerde aanvankelijk, maar Raama drong erop aan en ging in verbanning samen met zijn gemalin, Sietaa, en zijn broer Lakshmana. Bharata zette Raama's sandalen op de troon en regeerde het rijk in naam van Raama.

Het verhaal van Raama wordt verteld in het Sanskrit epos van Vaalmieki, het Raamaayana en in het Hindi epos Raamacharitamanas van Toelasiedaas. Raama leerde de mens mens te zijn in de ware betekenis van het woord.

De achtste avataara was Krishna, die de tiran Kamsa, koning van Mathoeraa, doodde. Kamsa stootte zijn vader, Oegrasena, van de troon en wierp hem in de kerker. Krishna was de zoon Vasoedeva en van Devakie, de zuster van Kamsa. Op de dag van hun huwelijk werd een stem gehoord die voorspelde dat het achtste kind van Devakie en Vasoedeva Kamsa zou doden. Kamsa wierp zijn zuster en haar man in de kerker. Hun kinderen werden bij de geboorte overgeleverd aan Kamsa. Het achtste kind was Krishna. Hij kon in veiligheid worden gebracht in het dorpje Vraja aan de Yamoenaa, waar Yashodaa juist een meisje had gebaard. Yashoda was de vrouw van Nanda, de leider van het dorp. De baby's werden verwisseld, zodat niemand wist dat Krishna niet Yashodaa's zoon was. Hij groeide op onder de herders van Vraja. Kamsa maakte jacht op Krishna. Hij liet alle pasgeboren mannelijke kinderen in de hele streek doden. Samen met zijn halfbroer, Balaraama, bracht Krishna Kamsa ten val. Hij stichtte een rijk, Dvaarakaa, aan de westkust van India, dat later wegzonk in de oceaan en waarvan in vorige eeuw brokstukken werden teruggevonden. Hij speelde een belangrijke rol in de achttiendaagse oorlog tussen de Kauravas en de Paandavas als wagenmenner van de held Arjoena, aan wie hij de Bhagavad Gietaa gaf op het slagveld van Koeroekshetra. De Bhagavad Gietaa is het Yogaboek bij uitstek. Het is de kern van het Mahaabhaarata-epos. Bhaarata is de Sanskrit naam voor India. Mahaa betekent: groot, want het is langste epos ter wereld.

Krishna werd ook geboren om schijnbaar tegenstrijdige filosofieën met elkaar te verzoenen.

Boeddha was de negende avataara. Hij was een rebel in het hindoeïsme. Hij was de mediteerder, die de mensen leerde het filosoferen achterwege te laten en religie ervaringsgericht te beoefenen met hart en ziel. Boeddha komt van dezelfde werkwoordswortel boedh, weten, waken, als het Sanskrit boeddhi, intellect en het Nederlandse boenen. Boeddha was de ontwaakte, de gezuiverde, de geboende. Hij was een totaal uitgezuiverd wezen. Hij was een prins, die zijn status verzaakte en een ascetisch leven leidde. Hij werd tachtig jaar en zou geboren zijn in 560 voor onze tijdrekening, maar alles wijst erop dat de offici'le datering van historische feiten en figuren helemaal fout is. Volgens Dr. N. Jha, een autoriteit op dat gebied, leefde Boeddha van 1890 tot 1810 VC.

De tiende avataara is Kalki. Hij wordt verwacht tegen het einde van de Kali Yoega, het vierde en laatste tijdvak van de scheppingkringloop, die begon in 3102 VC, bij het verschijnen van Shrie Krishna, en die volgens de datering in de Poeraanas (hindoe mythologie) eindigt in het jaar 428899.

Met dit artikel over de tien avataaras of neerdalingen van Vishnoe heb ik geprobeerd duizenden bladzijden uit de Poeraanas samen te vatten in enkele bladzijden, wat dus zelfs geen glimp kan worden genoemd. Maar misschien heeft het iemand geïnspireerd of aangezet tot verdere studie.