The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
LEREN ADEMEN
Naadieshoeddhi - het zuiveren van de energiebanen
Hiervoor moeten we enkele bandhas leren. Bandha betekent: samentrekking. Bandhas zijn moedraas, maar ze komen
zoveel voor in andere moedraas dat men ze een aparte naam gaf. Moedraa betekent: zegel. Men verzegelt zijn geest in
een bepaald bewustzijn of men verzegelt de energie in een bepaalde plaats van het lichaam. Er zijn drie bandhas: oeddieyaana bandha, moela bandha en jaalandhara bandha. Voor naadiedhoeddhi worden de laatste twee bandhas gebruikt.
Moela bandha
Moela betekent wortel. Het is het samentrekken en omhoog trekken van de spieren van anus. De rest van het bekken en
het zitvlak blijft goed ontspannen. De moela bandha wordt de hele tijd van de ademoefening volgehouden.
De energie vloeit door de anus naar buiten. De moela bandha wordt gebruikt om dit te stoppen. Om dezelfde reden zit de Yogi ook op een zitplaats die de energie niet doorlaat, zoals hout, wol enz. Synthetische stoffen zijn niet aan te raden, omdat ze statische elektriciteit maken, die de lichaamseigen elektriciteit verstoort.
Jaalandhara bandha
Jaalandhara bandha is de kin-bostklem. De kin wordt in het kuiltje van de keel gedrukt. De rug blijft goed gestrekt. De
jaalandhara bandha wordt gebruikt tijdens het inhouden van de adem. Het inhouden van de adem wordt koembhaka genoemd. Een koembha is een pot. Koembhaka betekent: als een pot. De longen worden gesloten als een pot.
Vishnoe moedraa
De Vishnoe moedraa wordt gevormd met de rechterhand: de wijsvinger en de middenvinger worden in de handpalm gebogen. Vishnoe betekent: aldoordringend.
De eigenlijke oefening
Sluit het rechterneusgat met de duim. Adem links uit en adem daarna links in. Sluit beide neusgaten en houd de adem in
met de jaalandhara bandha. Hef het hoofd op, open het rechterneusgat adem rechts uit. Adem rechts in, sluit beide neusgaten en houd de adem in met jaalandhara bandha. Hef het hoofd op, open het linkerneusgat en adem links uit. Dit is
één ronde. Doe vier dergelijke rondes.
Het ademritme
Leer mettertijd dubbel zo lang uit te ademen als in te ademen. Adem bijvoorbeeld 10 tellen in en 20 uit. Leer de adem
viermaal de duur van de adem in te houden. Het ritme is dan 10-40-20. Begin met bijvoorbeeld 10 tellen in te ademen.
Drijf de duur geleidelijk op. Neem de tijd.
Adem zo langzaam mogelijk zonder horten en stoten, met een heel licht geruis in de keel (oejjaayie). Het vraagt wat oefening, maar het loont beslist de moeite.