The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


DE MAHAAMRITYOENJAYAMANTRA

Uit: Licht van Sivananda, november 2009, vol. 511

DE MAHAAMRITYOENJAYAMANTRA

In de Satsang reciteren we soms een Vedische mantra, de Mahaamrityoenjayamantra, de grote (mahaa) dood (mrityoh) overwinnende (jaya) mantra. Deze mantra wordt herhaald als men op reis vertrekt, in geval van ziekte of overlijden, voor iemands verjaardag enz. Ik zeg er soms bij dat hij uit de Vedas komt, maar dat is natuurlijk heel erg vaag en ik dacht: "Laat ik eens een inspanning doen om de precieze oorsprong van de mantra te achterhalen." Dat is evenwel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Met uitzondering van enkele hymnen ken ik van de Vedas alleen de Oepanishads. Deze worden de Vedaanta genoemd, wat letterlijk betekent: het einde (anta) van het weten (Vedas). Ze vormen met andere woorden de hoogste kennis, namelijk de kennis van de Kenner (Aatmagnyaana).

De Oepanishads werden geschreven door grote wijzen uit een ver verleden, die rishis of zieners worden genoemd. Het zijn de filosofische sluitstukken van de Vedas. Ik begon dan ook met het uitpluizen van de tien meest gezaghebbende Oepanishads en na enkele uren vond ik de mantra in de Mahaanaaraayanopanishad (sectie 56). In de commentaar wordt gezegd dat de Mahaamrityoenja-yamantra oorspronkelijk uit de Vaajasaneyi samhitaa (III 60) van de Yajoerveda komt.

De vier Vedas, Rigveda, Yajoerveda, Saamaveda en Atharvaveda, zijn de oudste boeken van de mensheid. Samhitaa betekent: verzameling (van mantras). Vaajasaneya is een andere naam voor de legendarische wijze Yaagnyavalkya. Vaaja betekent: energie, kracht. Dit is de mantra zoals hij in de Mahaanaaraayanopanishad voorkomt:

Trayambakam yajaamahe soegandhim poeshthivar-dha-nam oervaaroekamiva bandhanaanmrityormoek-shie-ya maam-ritaat.

Woord-voor-woordvertaling
Trayambakam: drieogige, yajaamahe: wij vereren, soegandhim: welriekend, poeshthivardhanam: die in overvloed voedt, oervaaroekam: komkommer, iva: zoals, bandhanaat: van de stengel, mrityoh: van de dood, moekshieya: mogen we worden bevrijd, amritaat: van onsterfelijkheid, maa: niet

Vertaling
Wij vereren de drieogige die welriekend is en die ons overvloedig voedt. Mogen we worden bevrijd van de dood, zoals de komkommer van zijn ranken. Mogen we nooit worden gescheiden van de onsterfelijkheid.

Tweemaal
De Sanskrit tekst van de Vaajasaneyi samhitaa vond ik in devanaagarie schrift op het Internet. Ik heb vers III 60 in die vorm boven dit artikel geplaatst om je enig idee te geven. De mantra wordt in dit vers tweemaal herhaald, maar in de eerste regel van het herhaalde vers werd poeshthivardhanam (die in overvloed voedt) vervangen door patidevanam. Dit betekent: gever van een geschikte echtgenoot.

De mantra wordt in de Vaajasaneyi samhitaa voorgeschreven om te worden herhaald door de yaajamana (de offeraar) terwijl hij rond het offervuur gaat met het vuur aan zijn rechterzijde. Na hem doen de maagden uit zijn familie hetzelfde, maar met patidevanam (gever van een geschikte echtgenoot) in het vers. De betekenis is dan: mogen we, zoals de komkommer van zijn ranken, worden losgemaakt van onze ouders en broers en nooit worden gescheiden van de echtgenoot.

Vuur
Vuur is in alle religies heilig of het wordt met andere woorden gebruikt als een uiterst geschikt symbool van God. De reden is eenvoudig: vuur zuivert en verlicht. Als je bijvoorbeeld een splinter uit je vinger wil halen ontsmet je eerst de naald door de punt ervan in een vlam te houden. Bovendien is vuur het eerste zichtbare element in de evolutiecyclus.

De oude wijzen zeiden dat er vijf elementen zijn, die ze ether, lucht, vuur, water en aarde noemden. Dit is logisch, want we nemen de schepping waar met vijf zintuigen, namelijk als geluiden, als gewaarwordingen, als kleuren en vormen, als geuren en als smaken. We zien de schepping ook in vijf vormen, namelijk in een etherische vorm, zoals bijvoorbeeld buiten de dampkring, in een gasvormige staat, als vuur, in een vloeibare vorm en in een vaste vorm. Van die vijf elementen zijn ether en lucht onzichtbaar. Het derde element, vuur, is het eerste zichtbare element van Gods scheppingskracht.

Het is niet zo dat de oude wijzen geloofden in vijf onafhankelijke elementen. Het ene element ontstond in de loop van een lange evolutie uit het andere: ether verdichtte zich tot lucht, lucht verdichtte zich tot vuur, vuur tot water, water tot het element aarde.

Met ieder element ontstond ook een zintuig, met de ether het gehoor, met lucht de tastzin, met vuur het gezicht, met water de reuk, met aarde de smaak. Dit zijn de vijf gnyaanendriyas, de kennisorganen of zintuigen, zoals wij ze noemen.

De hindoe psychologie kent ook vijf actieorganen of karmendriyas, namelijk voortbeweging, grijpen, de spraak, de voortplanting en de uitscheiding, die in die volgorde ontstaan en die respectievelijk verbonden zijn met dezelfde elementen.

Eén zintuig, de tong, zit in beide reeksen en is dan ook moeilijk te beheersen. De tong proeft en de tong spreekt. Ze is dan ook een bron van grote moeilijkheden voor de mens.

Ook in het lichaam zijn die vijf elementen werkzaam. Vuur en water bijvoorbeeld zijn strijdig, maar toch houden ze elkaar in evenwicht. Als je koorts krijgt begin je overvloedig te zweten. Het element water houdt in dit geval het element vuur binnen de perken van het voor de gezondheid toelaatbare. Ook als mensen in diepe smart zitten is dit principe actief. Smart is een intense verhitting van de geest. In dit geval gaat men overvloedig tranen vergieten. Dit is een van de vele veiligheidsmechanismen van het organisme.

Uitspraak en intonatie
De uitspraak en de intonatie zijn uiterst belangrijk. Men leert ze best van iemand die de regels en de praktijk ervan kent. Als de uitspraak en de intonatie juist zijn heeft de mantra een grote helende en verheffende kracht.

Graham Bell, de uitvinder van de telefoon, bracht in 1876 zijn eerste verbinding tot stand met zijn assistent, die zich in een naburige kamer bevond. Hij sprak de historische woorden: "Mr. Watson, I want to see you." Hij had in zijn enthousiasme een flesje zuur omgestoten. Het zuur brandde een gat in zijn broek en veroorzaakte een ernstige brandwonde aan zijn been, maar hij werd niets gewaar. Pas achteraf voelde hij de pijn. De geest heeft immers een grote invloed op het lichaam en ook het omgekeerde is waar.

De mantras van de oude wijzen hebben een geweldige uitwerking op de geest, vooral als men ze volgens de voorgeschreven regels herhaalt. Yogis hebben het over samskaaras of inprentingen. Inprentingen zijn maar mogelijk door herhaling met grote regelmaat.

Op het laatste van zijn leven gaf Hugo Claus een lezing, maar hij deed dat zo stuntelig en hakkelend dat het pijnlijk was voor iedereen aanwezig. Achteraf, in een helder moment, zei hij bitter: "De ziekte heeft in mijn geest gesneden." Veronderstel dat dit de dirigent van een symfonisch orkest overkomt. Iedere lid van het orkest kent zijn vak, maar toch hebben ze om goed samen te spelen richtlijnen van de dirigent nodig. Als die faalt wordt het beslist geen geslaagde uitvoering. Zo ook in het lichaam. De hormoonklieren worden bestuurd door de hypofyse, zij is de dirigent. Als zij niet goed werkt begint de gezondheid te kwakkelen.

De herhaling van mantras geeft rust aan de geest en maakt de zenuwen ontspannen en sterk. De hormoonklieren krijgen dan veel betere boodschappen van de hypofyse, omdat zijzelf veel betere boodschappen krijgt van het zenuwstelsel, want de hypofyse staat onder het rechtstreekse bevel van het zenuwstelsel. Zodra de geest rustig en zuiver wordt als een kristal verwerf je steeds meer een intenser Zelfbewustzijn. Die Zelfherkenning is van een uitzonderlijk zalige aard. Dit zie je op het gezicht van de grote wijzen.

Nog over de betekenis van de mantra
In de Mahaamrityoenjayamantra wordt over de Ultieme Werkelijkheid gemediteerd als Dat wat welzijn en spirituele luister geeft. Vandaar de aanduiding poeshtivar-dhanam, die in steeds toenemende mate voedt. Zijn genade wordt ervaren van op een afstand, zoals de welriekendheid van bloemen. Dit is de betekenis van soegan-dhim. Trayambakam, Drieogige, betekent dat Hij het oog van de wijsheid bezit. Hij is zien zelf.

Als je de woord-voor-woordvertaling bestudeert merk je dat de woorduitgangen anders zijn dan in het vers. De uitgang van woorden reageert immers op de beginletter van het volgende woord volgens de regels van de welluidendheid. Dit heet sandhi (overgang van het ene in het andere). Dit is een van de eerste dingen die men leert als men Sanskrit studeert. Eerst komen de vijftig letters van het alfabet, namelijk de basisklinkers, de tweeklanken, de halfklinkers en de medeklinkers. Dan leer je die letters met elkaar verbinden en dan komen de regels van sandhi. Sanskrit is geen dode taal zoals het Latijn. Het is een schriftuurtaal. Sanskrit betekent: volmaakte taal.