The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Amritabindoepanishad

1. Over de geest wordt altijd gesproken als zuiver en onzuiver. De geest die bezeten is van begeerte is onzuiver en de geest die vrij is van begeerte is zuiver.

2. Het is waarlijk de geest die de oorzaak is van de gebondenheid en de verlossing van de mensen. De geest die gehecht is aan zintuiglijke voorwerpen leidt tot gebondenheid, maar losgemaakt van zintuiglijke voorwerpen leidt hij naar verlossing. Zo denken ze (de wijzen).

3. Verlossing wordt toegeschreven aan de geest die vrij is van begeerten naar zintuiglijke voorwerpen; daarom moet de zoeker van verlossing de geest altijd vrijmaken van zulke begeerten.

4. Als de geest, nadat zijn gehechtheid aan zintuiglijke voorwerpen werd vernietigd, volledig onder controle is in het hart (de zetel van zuiver Bewustzijn) en aldus zijn eigen essentie verwerkelijkt, komt de hoogste staat.

5. De geest moet worden beheerst tot hij versmelt met het hart. Dit is gnyaana (kennis van de Kenner) en dit is ook dhyaana (meditatie), al het andere is geredetwist en woordenkramerij.

6. Het (de hoogste staat) is niet iets waaraan moet worden gedacht (als iets uiterlijk, dat aangenaam is voor de geest), evenmin is het iets dat het denken eraan niet waard is (als iets dat onaangenaam is voor de geest); er moet niet worden aan gedacht (als een vorm van zingenot) en toch moet er worden aan gedacht (als de hoogste zaligheid); dat Brahman (het Absolute), dat vrij is van voorkeur, wordt in die staat bereikt.

7. Men moet met regelmaat concentratie beoefenen op OM met behulp van zijn letters en meditatie over OM zonder overweging van zijn letters. Eindelijk wordt door de verwerkelijking van deze laatste vorm van meditatie over OM de idee van niet-entiteit bereikt als entiteit (in de afwezigheid van onwetendheid of avidyaa en haar effecten wordt ingezien dat Brahman vrij is van alle beperkingen en aspecten, dat wil zeggen dat Brahman alleen overblijft).

8. Dat alleen is Brahman, dat zonder samenstellende delen en smetteloos is. Door verwerkelijking van “Ik ben dat Brahman”, wordt men het onveranderlijke Brahman (ontdekt men zijn ware aard).

9. Het (Brahman) is eindeloos, vrij van twijfel, voorbij het redeneervermogen en afleiding, onbewijsbaar en oorzaakloos. Kennis ervan maakt de wijze vrij.

10. De hoogste Waarheid is Dat wat het volgende verwerkelijkt: “Er is noch beheersing van de geest, noch zijn werking”, “Noch ben Ik gebonden, noch ben Ik een vereerder, noch ben Ik een zoeker van verlossing noch iemand die de verlossing bereikte”.

11. Het Zelf (Aatman) moet waarlijk worden gekend als gelijk in de staten van waken, dromen en droomloos slapen. Voor degene die de drie staten oversteeg is er niet langer wedergeboorte.

12. De Ene zijnde, is het universele Zelf aanwezig in alle wezens. Al is Het één toch wordt Het gezien als veel, zoals de maan in water (in verscheidene waterreservoirs).

13. Zoals de kruik die wordt verplaatst van plaats verandert en niet de ether (aakaasha) in de kruik, zo ook het individueel Zelf (jieva), dat gelijkt op de ether.

14. Wanneer verscheidene vormen, zoals de kruik, worden gebroken dan weet de ether evenmin dat ze werden gebroken, al is Zijn kennis volmaakt.

15. Bedekt door Maayaa (de illusie), wat maar een klank is, kent Het door de duisternis de ether niet. Wanneer de onwetendheid verdreven werd en Het slechts Zichzelf is, ziet Het de eenheid.

16. OM als woord is het hoogste Brahman. Nadat dat (OM als woord of concept) verdween, blijft het onvergankelijke Brahman over. De wijze moet mediteren over dat onvergankelijke Brahman, als hij de vrede van het Zelf begeert.

17. Twee soorten vidyaa (kennis: hoger en lager) moeten worden gekend, het woord Brahman en het hoogste Brahman. Wie het woord Brahman oversteeg, bereikt het hoogste Brahman.

18. Na de Vedas te hebben bestudeerd, moet de intelligente zoeker die erop belust is kennis en verwerkelijking te verwerven, de Vedas in hun geheel afgooien, zoals men van rijst het kaf verwijdert.

19. Koeien hebben verscheidene kleuren, maar hun melk heeft dezelfde kleur. Gnyaana (kennis van de Kenner) beschouwt hij als de melk en de veel vertakte Vedas als de koeien.

20. Zoals boter verborgen is in melk zo verblijft het Zuivere Bewustzijn (het Zelf) in ieder wezen. Dat moet voortdurend tevoorschijn worden gekarnd met de geest als karnstok.

21. Met de koord van de kennis moet men, zoals vuur, het hoogste Brahman naar buiten brengen. Ik ben dat ondeelbare, onveranderlijke en kalme Brahman. Aldus moet er worden aan gedacht.

22. Hij in wie alle wezens verblijven en die verblijft in alle wezens is de gever van genade aan allen. Ik ben het Zelf van het heelal, het hoogste Zijn. Ik ben het Zelf van het heelal, het hoogste Zijn.

De Maandoekyopanishad is de kortste Oepanishad. De naam is afgeleid van de wijze Mandoeka, die hem schreef. Mandoeka betekent: kikvors. Een van de Yogahoudingen heet Mandoekaasana, Kikvorshouding. In diepe meditatie zit de Yogi onbeweeglijk als een kikker.